- 3 -
De voorlopige oplegging van geheimhouding vervalt, zoo zij niet aan
den raad in diens eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft
van het getal zitting hebbende leden tegenwoordig is, ter bekrachti
ging wordt aangeboden.
In geval van niet-bekrachtiging vervalt de voorlopige oplegging.
Artikel 50
Besloten vergaderingen
In eene besloten vergadering kan niet beraadslaagd, noch een besluit
genomen worden over:
a. de toelating van nieuw benoemde leden;
b. de begroting, de wijzigingen daarvan en de rekening, alsmede de
afzonderlijke begrotingen, de wijzigingen daarvan en de rekeningen,
betrekking hebbend op de takken van dienst ten aanzien van welke
artikel 252 is toegepast;
c. het invoeren, wijzigen of afschaffen van plaatselijke belastingen.
d. het aanleggen en opheffen van inrichtingen van openbaar nut.
In eene besloten vergadering kan geen besluit genomen worden over:
a. het doen van een uitgaaf voordat de begroting of de begrotings
wijziging waarbij deze uitgaaf is geraamd, is goedgekeurd;
b. het aangaan van geldleningen, het uitleenen van gelden en het
aangaan van rekening-courant-overeenkomsten;
c. het geheel of gedeeltelijk vervreemden en het bezwaren van de
eigendommen der gemeente;
d. het onderhands verhuren, verpachten of in gebruik geven van gemeen
te eigendommen;
e. het onderhands aanbesteden van werken of leverantiën.
Het voorschrift van dit artikel belet niet, dat te allen tijde, wan
neer de handhaving der orde zulks mocht vorderen, de voorzitter van
de bij artikel 72, tweede zinsnede, bedoelde bevoegdheid kunne ge
bruik maken.
Artikel 51
Geen ruggespraak
De leden stemmen zonder last van of ruggespraak met hen, die benoemen.
Artikel 52
Onthouden van stemming
Zij onthouden zich van medestemmen over de zaken, benoemingen, schor
singen en ontslagen inbegrepen, die hen, hunne echtgenoten, of hunne
bloed- of aanverwanten, tot den derde graad ingesloten, persoonlijk
aangaan, of waarin zij als gelastigden zijn betrokken.
Een benoeming wordt geacht iemand persoonlijk aan te gaan, wanneer
hij behoort tot die personen, tot welke de keuze door eene voordracht
of bij eene herstemming is beperkt.
Het eerste lid is niet van toepassing bij de beslissing over de toe
lating van de na periodieke aftreding nieuw inkomende leden.