- 3 -
In dit verband merken wij voorts nog op, dat artikel E3, 3e lid van de
Overgangswet Wet op het Basisonderwijs bepaalt, dat Gedeputeerde Staten
geen raadsbesluit mogen afkeuren, dat betrekking heeft op een basisschool,
die de enige openbare basisschool binnen 3 kilometer zal zijn en waarvan
aannemelijk is, dat deze school met ingang van het schooljaar 1985/1986
zal worden bezocht door meer dan 29 leerlingen in gemeenten met minder dan
25.000 inwoners. Binnen een afstand van 3 km (hemelsbreed gemeten) van
beide genoemde scholen zijn geen andere openbare kleuter- of lagere
scholen gevestigd, terwijl het er naar uitziet, dat de openbare lagere
school te Sijbrandaburen met ingang van het schooljaar 1985/1986 zal wor
den bezocht door 55 leerlingen en die te Terhorne door 34 leerlingen.
Afgezien van laatstbedoelde bepaling zijn ook wij van oordeel, dat genoemde
scholen, die in nieuwe gebouwen zijn ondergebracht, die reeds zijn afge
stemd op de behoeften van het basisonderwijs, in stand dienen te worden
gehouden, mede gelet op de plattelandssituatie in dezen, waarbij deze
scholen van sociaal-culturele betekenis in de betreffende dorpen zijn.
Wellicht ten overvloede zij hier nog opgemerkt, dat in een kleine gemeen
schap de school dikwijls een bindende en gemeenschapsversterkende positie
vervult
In het kader van de vorming van basisscholen brengen wij nog de circulaire
van de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen van 22 december
1983, nr. C 830425 BO/KL 687.296 onder uw aandacht. Dit rondschrijven ligt
voor u bij de raadsstukken ter inzage en beoogt een evenwichtige spreiding
van het onderwijs per richting, zulks enerzijds op grond van onderwijs
kundige motieven, anderzijds uit een oogpunt van kostenbeheersing. Het
komt er op neer, dat de staatssecretaris een herschikking van het scholen
bestand aanbeveelt, waarbij het creëren van levensvatbare basisscholen
voorop staat.Over de benadering van de overgangs- annex herschikkingsopera
tie heeft de staatssecretaris afspraken gemaakt met de besturenorganisaties
van het bijzonder onderwijs en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Het vermelde in de circulaire van de staatssecretaris sluit tevens aan op
hetgeen is vermeld in de brief van Gedeputeerde Staten van Friesland van
5 januari 1984, nr. 467, aan ons college met betrekking tot de overgang
van (openbare) kleuter- en lagere scholen naar basisscholen en welke circu
laire eveneens voor u bij de raadsstukken ter inzage ligt.
In de brief van het provinciale bestuur wordt op grond van de door de pro
vincie met de staatssecretaris gemaakte afspraken ten aanzien van de uit
voering van artikel E3 van de OWBO aangegeven, hetgeen Gedeputeerde Staten
vragen voor de beoordeling van de raadsbesluiten in dat artikel bedoeld en
van de punten, aan de hand waarvan deze raadsbesluiten en de bijbehorende
spreidingsplannen zullen worden beoordeeld.
Op grond van de bepalingen van de OWBO en mede aan de hand van genoemd
provinciaal schrijven, alsmede rekening houdend met de reeds bestaande
koppels van kleuter- en lagere scholen zal het scholenbestand onder de
W30 in de gemeente Boornsterhem aldus 12 openbare basisscholen omvatten.
Behalve deze basisscholen zal in de gemeente een aantal bijzondere basis
scholen worden gevormd. Het is ons bekend, dat de betreffende schoolbe
sturen zich in overleg met de Cenaco gezamenlijk zullen beraden omtrent
het aantal bijzondere basisscholen in deze gemeente. Wij stellen ons voor
nader contact met de schoolbesturen terzake op te nemen.