4 Bovenvermelde punten hebben wij nogmaals overwogen. Uiteraard zal invoering van de toeristenbelasting verhoging van de tarieven tot gevolg hebben, maar wij kunnen de mening niet onderschrijven, dat dit een sterke verlaging van het aantal overnachtingen tot gevolg zal hebben. Bij schrijven van 3 juli 1984 hebben wij alle ons bekende exploi tanten van recreatiebedrijven in kennis gesteld van ons voornemen de raad voor te stellen met ingang van het seizoen 1985 een toeristen belasting in te voeren. Wij zijn dan ook van mening, dat de exploi tanten hierdoor in staat waren tijdig de nodige maatregelen te treffen. Verder zijn wij van mening, dat uitbreiding van de vrijstellings bepalingen ten behoeve van beroepsmatige overnachtingen achterwege moet worden gelaten. Hetzelfde geldt met betrekking tot het verblijf in de Jeugdherberg te Grouw in verband met schoolwerkweken. Het onderscheid tussen beroepsmatige/educatieve en recreatieve over nachtingen in horeca-ondernemingen is moeilijk aan te geven. Vrij stelling voor overnachtingen in het kader van schoolwerkweken ver draagt zich ons inziens niet met de belasting van andere jongeren - kampen die in de gemeente worden gehouden. Het onder de toeristenbelasting brengen van permanent verhuurde gemeubileerde zomerwoningen op recreatieterreinen leidt ons inziens tot rechtsongelijkheid ten opzichte van andere zomerwoningen in de gemeente. Wij zijn van mening, dat wij ons aanvankelijke voorstel moeten handhaven en stellen u daarom voor de ontwerp-verordeningen vast te stellen zoals die voor u bij de raadsstukken ter inzage zijn gelegd. Burgemeester en wethouders der gemeente Boornsterhem, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 34