19. Voorstel tot toetreding tot de
gemeenschappelijke regeling
"Welstandszorg Hûs en Hiem"
GEMEENTE BOORNSTERHEM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 november 1984.
In de aanbiedingsbrief bij de gemeentebegroting 1984 hebben wij
u meegedeeld dat wij op het standpunt staan dat de behartiging
en beoordeling van de welstandszorg in principe een gemeentelijke
taak is. Wij waren (en zijn nog) van mening, dat een groot aantal
"routinematige" bouwaanvragen best door ons eigen bouw- en woning
toezicht op welstand kunnen worden beoordeeld.
Omdat voor grotere projecten de deskundigheid in eigen huis in
onvoldoende mate aanwezig is hebben wij het bestuur van "Hûs en
Hiem" verzocht de gemeente slechts bij die grotere projecten te
adviseren zonder dat de gemeente dan deel behoefde te nemen in
de gemeenschappelijke regeling.
Genoemd bestuur heeft zich op het standpunt gesteld dat met het
inslaan van die weg een begin zou worden gemaakt met het uithollen
van de basis van de gemeenschappelijke regeling. Immers, alle
gemeenten zouden een dergelijk standpunt kunnen innemen, waardoor
er geen sprake meer zou zijn van een gemeenschappelijke regeling
in de eigenlijke zin des woords.
Wij hebben dat standpunt kunnen billijken. Het gevolg hiervan was
dat wij voor de keuze werden gesteld uw raad een voorstel te doen
tot toetreding of uw raad voor te stellen een "eigen" commissie
in te stellen. Wij hebben ter beantwoording van die vraag de voor-
en nadelen van beide oplossingen onderzocht.
Het voordeel van een gemeentelijke welstandscommissie is dat beoor
deling van welstandsaspecten door een commissie plaatsvindt die
goed op de hoogte is van de plaatselijke omstandigheden en de te
verwachten feitelijke ontwikkelingen. Tevens sluit een gemeentelijke
commissiev aan bij onze gedachte dat beslissingen voor en over de
burger in principe ook moeten worden genomen door dat orgaan dat
het dichtst bij de burger staat. Gezien de grootte van de gemeente
Boornsterhem kent een gemeentelijke commissie echter ook nadelen.
De werkdruk op het relatief kleine apparaat bouw- en woningtoezicht
zal sterk toenemen. De objectiviteit bij beoordeling van bouwaan
vragen kan in een kleinere organisatie eerder in het geding komen
dan in een organisatie die verder van de dagelijkse praktijk ligt.
Tevens kan, vooral wat betreft de keuze van architecten, de samen
stelling van de commissie moeizaam zijn. Hierbij dient te worden
opgemerkt dat die samenstelling om de objectiviteit te waarborgen
per periode wisselend dient te zijn.