- 2 - d. Indien de doorlaatcapaciteit groter is dan 40 m3 per uur en de jaarafname maximaal 170.000 m3 bedraagt, wordt de bijdrage in de aansluitkosten bepaald op basis van een rendabiliteits- berekening. e. De bijdrageregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1985. De achtergrond van het wijzigingsvoorstel is, dat zowel bij de Nederlandse gasbedrijven, als ook bij de electriciteitsbedrijven en waterleidingbedrijven er ten aanzien van aansluitbijdragen tot aan het recente verleden geen enkele uniformiteit is geweest. Door het overgrote deel van de nutsbedrijven werden in het verleden ook al aansluitkosten in rekening gebracht, echter in allerlei variaties. In sommige gevallen werden alle aansluitkosten in rekening gebracht. De nieuwe regeling beoogt nu een uniformiteit te bereiken in de vaststelling van aansluitbijdragen door nutsbedrijven. Verder is het zo, dat de nieuwe bijdrageregeling grotendeels van toepassing zal zijn op nieuwbouw-woningen. Het gasverbruik van deze woningen is door de huidige energie-zuinige bouwtechnieken aanzienlijk lager dan het gemiddelde verbruik per aansluiting. Door dit lagere gasverbruik zijn deze nieuwe aansluitingen voor ons gasbedrijf onrendabel geworden. Om de verdere aantasting van de rendabiliteit van het gasbedrijf door deze nieuwbouw-aansluitingen te voorkomen, menen wij dat behalve uit oogpunt van uniformiteit ook vanuit dit gezichtspunt, het bedrijfsmatig juist is de nieuwe bijdrageregeling in te voeren. Wij merken tenslotte nog op, dat weliswaar de lengte van de aan- sluitleiding, waarboven volledige verrekening plaats vindt, verschoven wordt van 10 of 15 ml naar 25 ml, maar de meeste nieuwe aansluitingen zijn niet langer dan 10 ml, zodat de wijziging van de bijdrage regeling een financieel voordeel op zal leveren. Zou echter de vigerende regeling -het gratis aansluiten van nieuwbouw-woningen- gehandhaafd worden, dan impliceert dit, dat alle bestaande gas- verbruikers, die gemiddeld een veel hogere gasrekening ontvangen dan bewoners van nieuwe woningen, in feite ook nog eens mee moeten betalen aan het verlies dat het gasbedrijf lijdt op nieuwe onren dabele aansluitingen. Vanuit dit gezichtspunt achten wij het ook rechtvaardig de nieuwe regeling in te voeren. Wij stellen u voor overeenkomstig het vorenstaande te besluiten. Burgemeester en wethouders der gemeente Boornsterhem, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 60