- 2 - Het godsdienstonderwijs aan de bijzondere scholen wordt in de regel gegeven door de leerkrachten van de betreffende school, waardoor ge noemde subsidieregelingen niet van toepassing zijn voor laatstbedoelde scholen. In Boornsterhem zijn 12 openbare lagere (basis) scholen gevestigd, waarvan "afkomstig" uit de voormalige gemeente Idaarderadeel 5, Hauwerderhem 3 en Utingeradeel b. Uit het vorenstaande blijkt, dat in "Idaarderadeel" en "Rauwerderhem" telkens ten behoeve van 1 openbare lagere school geen subsidie werd verstrekt. Wanneer deze lijn wordt doorgetrokken tot het gebied van de voormalige gemeente Utingeradeel, wordt er van uitgegaan, dat ten behoeve van 3 scholen in deze voor malige gemeente subsidie zal worden verleend. Indien daarbij in eerste instantie 1 uur godsdienstonderwijs wordt ge geven, zou bij de vaststelling van een dergelijke subsidieregeling voor Boornsterhem bij toepassing van de regeling "Idaarderadeel" het totaal op de gemeentebegroting uit te trekken subsidiebedrag 2.^75,of rond moeten bedragen, als volgt berekend: 2.500,- "Idaarderadeel" "Rauwerderhem" "Utingeradeel" 2 scholen {b x 225,2 x 225,f 1-350, 2 scholen (2 x 225,f ^50, 3 scholen (3 x 225,675? Totaal 2.i+75, Op de gemeentebegroting voor 198U is een bedrag van 1.350,uitge trokken, zulks in afwachting van een nadere beslissing uwerzijds. Het vorenstaande zou derhalve betekenen, dat de beoogde begrotingspost met na genoeg 100% dient te worden verhoogd. Te uwer oriëntatie merken wij op, dat het godsdienstonderwijs geen onderwijs is, dat van de school uitgaat, maar dat gegeven wordt door en onder verantwoordelijkheid van de kerkelijke gemeente of een daarmee gelijkgestelde vereniging, welke zich met dit onderwijs aan school gaande kinderen belast. De wet rekent de kosten voor dit onderwijs dan ook niet tot de kosten van de school en de gemeente is niet verplicht dit onderricht te bekostigen, met uitzondering van het gratis beschik baar stellen van lokaalruimte in de betreffende school. Artikel 26 van de Lageronderwijswet 1920 bepaalt in dit opzicht, dat aan leerlingen van openbare scholen, voor wie de ouders dit wensen, binnen de schooltijden in de school zelf of daarbuiten gelegenheid wordt gegeven godsdienstonderwijs te ontvangen van godsdienstleraren. Deze lesuren moeten in het lesrooster van de school worden opgenomen en in overeenstemming met de godsdienstleraar of kerk of erkende vereniging, die de leraar aanwijst, worden vastgesteld. De schoollokalen worden voor deze doeleinden zodanig verwarmt en verlicht, gratis beschikbaar ge steld. In de artikelen 30 en 31 van de Wet op het Basisonderwijs, die op 1 augustus 1985 in werking zal treden, wordt eveneens de mogelijkheid ge opend om op school godsdienstonderwijs te ontvangen. Naast godsdienst onderwijs noemt de W.B.0. ook levensbeschouwelijk vormingsonderwijs. Het vorenstaande sluit echter niet uit, dat de gemeente wel bevoegd is op grond van de gemeentewet in aansluiting op de hiervoor genoemde mini mum faciliteiten een subsidie te verlenen, indien althans een aanwijs baar gemeentelijk belang wordt gediend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 73