33. Voorstel tot vaststelling van een
onderwijsbeleidsplan voor de
gemeente Boornsterhem.
GEMEENTE BOORNSTERHEM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 14 november 1984.
Overeenkomstig de wensen van de afdeling "Onderwijs en Welzijn"
heeft de raad van de voormalige gemeente Idaarderadeel aangedrongen
op de totstandkoming van een gemeentelijk onderwijsbeleidsplan
in eerste aanleg voor het openbaar onderwijs.
In verband daarmee werd in voornoemde gemeente een stuurgroep in
het leven geroepen, waarin vertegenwoordigers zitting hadden van
het gemeentebestuur (wethouder van onderwijs en een lid van de
raad)het personeel van de openbare kleuter en lagere scholen,
de mavo-school te Grouw, de oudercommissies en de schoolraad. Deze
stuurgroep kwam voor het eerst op 3 november 1982 bijeen.
Als leidraad voor het ontwerpen van het beoogde plan heeft het
model van de provinciale onderwijsraad, alsmede het onderwijsbe-
leidsplan van de gemeente Tietjerksteradeel gediend. Voor de redactio-
nale coördinatie kon via de werkverruimende maatregelen een mede
werker worden aangetrokken.
Het doel van het onderwi jsbeleidsplan is een overzicht te geven
van de in de nabije of verder gelegen toekomst aan te vatten ver
anderingen, aanpassingen en vernieuwingen op het terrein van het
onderwjs en de wegen om in overleg en samenwerking met de betrok
kenen, dus personeel, ouders en derden, deze doelen te bereiken.
Vooraf zal steeds de visie van de gemeente worden gegeven.
De verschillende factoren, die pleiten voor het vervaardigen van
een gemeentelijk onderwijsbeleidsplan, zijn de volgende:
1. dynamiek binnen het onderwijs;
2. complexiteit van het onderwijs;
3. inspelen op nieuwe ontwikkelingen;
4. tijdige bezinning (het nauwkeurig volgen van ontwikkelingen
en het nemen van eventuele maatregelen)
5. onderwijsinnovatie (ontwikkelingen en vernieuwingen binnen de
eigen scholen behoeven beleidsmatige ondersteuning)
6. participatie (het verbeteren of het totstand brengen van communi
catie tussen de verschillende in de scholen te onderscheiden
groeperingen)
7. democratische controle (door de beschikking te hebben over een
onderwijsbeleidsplan is de democratische controle gemakkelijker;
naar mate in het plan concreter is aangegeven wat men wenst
te bereiken en langs welke wegen de bespreekbaarheid zal worden
vergroot
8. de beleidsruimte (het inzicht over de feitelijke en wenselijke
beleidsruimte zal door middel van het onderwijsbeleidsplan kunnen
groeien)
