- 3 - De gemeenschappelijke regeling bepaalt ten aanzien van de uittreding het volgende 1Een deelnemende gemeente kan uittreden door toezending aan het algemeen bestuur van het daartoe strekkende goedgekeurde besluit van de raad. 2. De uittreding kan, behoudens door het algemeen bestuur toe te stane afwijking, slechts plaatsvinden met ingang van 1 januari, met dien verstande, dat de in het eerste lid bedoelde toezending tenminste een jaar te voren dient te hebben plaats gehad en dat uittreding niet zal kunnen plaats vinden binnen vijf jaar na het tijdstip van de deelneming aan of de toetreding tot deze regeling. 3. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de uittreding. Met het bestuur en directie van het CEVAN is een bespreking geweest over de toepassing van het hierboven aangehaalde artikel, zulks met het oog op een mogelijke uittreding door de gemeente Boornsterhem. Kort weergegeven komen de conclusies van dit gesprek op het volgende neer: - een besluit tot uittreding behoeft goedkeuring van de Minister van Binnenlandse zaken; - wanneer de datum van goedkeuring van het raadsbesluit na 1 januari 1985 valt is het CEVAN -bestuur niet voornemens moeilijk te gaan doen over de gestelde termijn van 1 jaar; - de in lid 3 bedoelde gevolgen worden gebaseerd op een minimum pakket afname bij het CEVAN terzake van de G.G.V.-basissystemen van 5,per inwoner berekend over een periode van 5 jaar; - gedurende het jaar 1985 kan op grond van vorenstaande in ieder geval nog gebruik worden gemaakt van de diensten van het CEVAN; - mocht het besluit tot uittreding na 1 januari 1985 vallen, dan dienen ook de inwoners van de voormalige gemeente Rauwerderhem in de berekening van de afkoopsom te worden meegenomen. Voor alle volledigheid wijzen wij u erop, dat op grond van de her- indelingswet ten aanzien van het treffen van voorzieningen met betrekking tot de gemeenschappelijke regelingen partijen kunnen afwijken van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot wijziging en opheffing van de regeling en het toe- en uittreden van deelnemers. Naast bovenstaand aspect van meer administratieve aard spelen bij een systeemkeuze ook andere onderdelen een rol in hoofdlijnen samen te vatten alsvolgt: - eisen te stellen aan apparatuur doch bovenal aan programmatuur. In het hiervoor gaande is daar ook reeds op gewezen; - de financiële consequenties; - de betrokkenheid van het personeel bij het automatiseringsgebeuren. Uit. het advies van de Stuurgroep blijkt, dat aan deze aspecten aandacht is geschonken, waaraan wel dient te worden toegevoegd dat de financiële consequenties nog niet volledig zijn te overzien.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 50