- 8 -
Deze bezuiniging kan op verschillende manieren worden ingevuld,
nl
a. ongewijzigd beleid (huidige verordening) met plafond van
50.000,per jaar;
b. gebiedsbegrenzing (alleen geldend in dorpsvernieuwingsgebieden)
eveneens met plafond;
c. van toepassing op alle woningen voor 1945;
d. cascosubsidiëring (schrappen van "luxe" zoals douche/keuken
etc.); achtergrond: handhaving structuur;
e. tussenvormen van a t/m d.
De voorkeur gaat uit naar volgende invulling:
- alleen van toepassing op woningen van voor 1945, waarbij
dit jaartal éénmaal in de vijf jaar wordt herzien;
- alle huidige gebruikelijke bedragen verlagen met circa 50%;
- in dorpsvernieuwingsgebieden (als zodanig aangewezen door
de gemeenteraad) voor casco-herstel huidige subsidiebedragen
handhaven (achtergrond: handhaving van bebouwingsstructuur);
- subsidiëring c.v.-installaties schrappen (soberheid bij uit
voering woningverbetering betrachten);
- subsidiëring alleen nog maar in de vorm van bijdragen ineens;
- bij dreigende overschrijding van het beschikbare budget de
aanvragen aanhouden tot het volgende begrotingsjaar.
Bij keuze voor deze oplossing moet het beschikbaar stellen
van een budget van 50 .000,voor 1985 in beginsel toereikend
worden geacht.
Verbetering van woonhuismonumenten.
Op rijksniveau worden voorbereidingen getroffen voor het wijzigen
van het huidige subsidieregime voor woonhuismonumenten. De
noodzaak voor wijziging is onder andere gelegen in de gewijzigde
financiering van stads- en dorpsvernieuwing. Aangezien op dit
moment onvoldoende zicht is op de inhoud van de in voorbereiding
zijnde wijziging, wordt voorgesteld hiervoor vooralsnog geen
concreet bedrag te noemen.
De raming voor verbetering van woonhuismonumenten is vooralsnog
dus een p.m.-post.
In de verordening zelf zijn echter wel bedragen genoemdmaxima
Deze maxima zijn teruggebracht tot 50% van de thans geldende rijks
regeling. De financiële positie van de gemeente is hiervan de reden.
Midden- en kleinbedrijf in dorpsvernieuwingsgebieden.
Deze verordening vervangt onder andere de saneringsregeling
milieuhinderlijke bedrijven in de woonomgeving. Bij de bedrijfsver-
plaatsingen in 1984 (Koen en Van der Werf; Visser; Van der
Wal) is er van uitgegaan dat diverse verliezen in 1985 op grond
van de verordening kunnen worden ingehaald. Tevens valt te
verwachten dat in het kader van het bestemmingsplan Minne Finne
enkele bedrijfsverplaatsingen nodig zijn. Uitgegaan kan worden
van één bedrijfsverplaatsing per jaar. Hiervoor kan een maximum
bedrag van 200.000,gereserveerd worden. Hierbij is niet begrepen
een bedrag van 50.000,dat is gereserveerd voor sanering in de
vorm van het aanbrengen van voorzieningen ter plaatse.