- 9 -
Hiervan dienen ook eventuele inkomsten (teruglopen van winst
tengevolge van dorpsvernieuwing) en beëindigingsuitkering (bij
beëindiging van bedrijf tengevolge van dorpsvernieuwing etc.)
te worden betaald. Indien de kosten van bedrijfsverplaatsing
in een bepaald geval laag zijn, kunnen dat jaar uit financieel
oogpunt bezien meer bedrijfsverplaatsingen plaatsvinden.
Wij merken hierbij op, dat in concrete verplaatsingsgevallen
naast het bovengenoemde bedrag van 200 .000, moet worden
bedacht, dat een beroep kan worden gedaan op het bedrag dat
door de provincie in het zogenaamde knelpuntenpotje wordt afge
zonderd van onder andere het voor onze gemeente overeenkomstig
de verdeelsleutel berekende bedrag (zie tabel I). In zeer uit
zonderlijke gevallen is daarnaast ook nog een beroep mogelijk
op het provinciale stimuleringsfonds stads- en dorpsvernieuwing,
welk fonds zelfstandig blijft bestaan (tot 1990). Deze aanvullende
mogelijkheid geldt mutatis mutandis ook voor concrete projecten
en overige steun in het belang van een goede voortgang van
stads- en dorpsvernieuwing.
Overige steun.
1. Sociaal culturele instellingen_in^orpsvernieuwingsgebieden^
De Rijksbijdrage aan sociaal culturele instellingen uit het
stadsvernieuwingsfonds bedraagt volgens het meerjarenplan voor
de jaren 1985, 1986 en 1987 ongeveer 0,4%. Buiten het fonds
zijn door het rijk ook gelden ter beschikking gesteld (aan
werkgelegenheidsgelden door W.V.C.).
In totaal komen we op een percentage (sterk naar boven afgerond)
van 1. Dit houdt in dat voor de sociaal culturele instellingen
1% van 1,17 miljoen is 12 .000,— gereserveerd kan worden.
De toedeling gaat via de verdelingsverordening specifiek welzijn.
2Huurders
Wij zijn van mening dat het subsidiëren van particuliere huurders/
verhuurders gezien de feitelijke situatie in deze gemeente
(particuliere huur/verhuur van woningen komt in verhouding
niet veel voor) niet de hoogste prioriteit behoeft.
Tevens spelen bij particuliere huur/verhuur de sociale aspecten
veel minder dan bij verhuur via toegelaten instellingen. Voor
deze categorie stellen wij voor geen bedragen te reserveren.
Huurders dienen echter wel in de verordening te worden genoemd.
Artikel 57 van de ontwerp-verordening voorziet hierin.
3. Woningcorporaties
In de huidige situatie gelden een aantal regelingen die na
1 januari 1985 als gevolg van de gewijzigde financiering van
de stads- en dorpsvernieuwing komen te vervallen, deze zijn: