- 10 - a. regeling aankoop van particuliere woningen door gemeenten en toegelaten instellingen; b. regeling tot het maken van woonruimte in bestaande panden; c. tijdelijke huisvesting bij stads-/dorpsvernieuwing; d. voorlichting aan bewoners bij complexgewijze woningverbetering. Voorgesteld wordt om in de gemeentelijke verordening voorshands alleen rekening te houden met subsidiëring bij het maken van woonruimte(n) in bestaande panden. Ten aanzien van voorlichting aan bewoners merken wij op dat dit aspect in eigen beheer (als onderdeel van het algemene takenpakket) kan worden verzorgd door de gemeente dan wel de toegelaten instelling. Tijdelijke huisvesting van bewoners bij stads—/dorpsvernieuwing kan, indien nodig, per concreet project worden meegenomen. Een afzonderlijke regeling lijkt thans niet noodzakelijk. De raming van de geldelijke steun aan toegelaten instellingen voor het maken van woonruimte(n) in bestaande panden kan voorshands pro memorie geschieden. De artikel 5.8 t/m 5.11 van de ontwerp-ver- ordeing regelen deze materie. Uitvoering en rechtsbescherming Het ligt voor de hand dat de gemeenteraad burgemeester en wet houders belast met de uitvoering van de subsidieverordening. De verordening bevat een hiertoe strekkende bepaling. Wat betreft de rechtsbescherming betreffende subsidiebeschikkingen van burgemeester en wethouders zijn er twee mogelijkheden. - De verordening opent beroep bij de gemeenteraad; van de beslis sing van de gemeenteraad staan dan de voorzieningen van de Wet AROB open (beroep bij de afdeling en schorsing c.q. voorlopige voorziening bij de voorzitter - De verordening voorziet niet in beroep bij de raad, in welk geval de aanvrager AROB-bezwaar bij het college heeft (en direct de mogelijkheid om schorsing c.q. voorlopige voorziening aan te vragen bij de voorzitter van de afdeling)waarna beroep bij de afdeling openstaat. In de verordening is gekozen voor de bezwaarschriftenprocedure op grond van de Wet AROB omdat deze procedure gaandeweg steeds meer in zwang komt. Inspraakverorden ing Op grond van de Wet op de stadsvernieuwing dient de gemeenteraad een inspraakverordening vast te stellen waarin de inspraakmogelijk heden en procedure staan vermeld. Omtrent de reikwijdte van de verordening zijn drie mogelijkheden. a. Alleen van toepassing op beleidsvoornemens stads- en dorpsver nieuwing (verplicht). b. Idem als a maar ook betrekking hebbend op beleidsvoornemens op grond van de W.R.0. (vooruitlopend op de nieuwe W.R.O.). c. Betreffende alle gemeentelijke beleidsvoornemens.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 64