w
7 Voorstel inzake de nieuwe jaar-
wedderegel ing voor wethouders
van de gemeenten in Friesland.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 6 september 1985.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat er in financieel
opzicht sprake is van een onderwaardering van de wethouders. De
minister van Binnenlandse Zaken heeft na overleg met de Tweede
Kamer besloten een aantal maatregelen ter verbetering van hun rechts
positie te nemen.
Zo is met ingang van 1 januari 1985 voor de wethouders onder meer
een nieuwe weddestructuur ingevoerd. De bezoldiging is gebaseerd
op de rangschikking naar inwonersklassen van de gemeenten, zoals
deze voor het gemeentepersoneel enkele jaren geleden is vastgesteld
op grond van de zogenaamd Ubink-normen. De bewindsman gaat ervan
uit dat bij gemeenten vanaf 24.000 inwoners sprake is van een vol
ledige dagtaak voor de wethouder. Thans ligt de "full-time-grens"
bij gemeenten met 30.000 en meer inwoners. Voor wethouders in ge
meenten met 24.000 en minder inwoners zijn tijdbestedingsnormen
vastgesteld, teneinde financiële belemmeringen voor het wethouders
schap weg te nemen.
Het kan voorkomen dat wethouders in bepaalde gemeenten naar objec
tieve maatstaven gemeten meer tijd nodig hebben voor de werkzaam
heden als wethouder. Daarom wil de minister de gemeenten bij wijze
van experiment de mogelijkheid bieden om de tijd, die de wethouder
geacht wordt aan zijn functie te besteden, uit te breiden.
Indien de gemeenteraad kiest voor uitbreiding, zal deze wel voor
alle wethouders in de gemeente tegelijk en in dezelfde mate dienen
te geschieden. Op grond van het bepaalde in artikel 100 van de
Gemeentewet vragen Gedeputeerde Staten in kennis te worden gesteld
met het oordeel van de raad.
Aangezien bovenbedoelde regeling in zijn algemeenheid een verbetering
van de rechtspositie van de wethouders inhoudt, stellen wij u voor
met de ontwerpregeling, welke voor u bij de stukken ter inzage
ligt, in te stemmen.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.