- 26 - 9. Toeristenbelasting. De heer De Wolf vindt dat toeristenbelasting op het land een vrij algemene zaak is die ook goed uitvoerbaar is. Voor het watertoerisme is dat anders. Het college geeft zelf in de aanbiedingsbrief al aan dat er onbillijkheden in die belasting zitten. Wat daarmee precies bedoeld wordt, wordt niet duidelijk gemaakt in het antwoord. Een onbillijkheid kan zijn dat toeristen bij het aanleggen aan een plaats waar liggeld wordt gevraagd, ook belasting moeten betalen, terwijl op plaatsen waar geen liggeld geheven wordtook geen belasting betaald hoeft worden. Ook voor de eigen inwoners wordt een uitzondering gemaakt, wat als onbillijk ervaren zou kunnen worden. Dat lijkt spreker geen bevorderlijke maatregel om de toeristen in de gemeente te houden. Ook ziet hij daarbij niet het verband met de be lasting op het overnachten. Het is een vrij willekeurige belasting. De belasting is tot stand gekomen uit een initiatiefvoorstel bij de vorige begrotingsvergadering. Daarbij is het moeilijk geweest om van te voren de effecten goed af te wegen. Voor de beide meest voorkomende klassen boten wordt respectievelijk 40% en 25% boven het liggeld gevraagd. Dat is volgens spreker een zeer onsympathieke zaak. Verder zijn de lig- plaatsgelden berekend op grond van de afmetingen van de boot, terwijl de belasting berekend wordt naar het aantal mensen dat aan boord overnacht. Al met al is het een onsympathieke belasting die er aan meewerkt dat de mensen voor de overnachtingen naar het buitengebied trekken. Ook is het geen bevorderlijke zaak in verband met het op gang komende pro motiebeleid van de gemeente. De inning van deze belasting is moeilijk en er zijn ook particulieren of verenigingen die deze kosten voor eigen rekening nemen. Het is heel moeilijk om precies aan te geven welke lasten op de toeristen verhaald zouden moeten worden. Een groter aantal toeristen geeft meer werk, dat geeft meer inwoners en die betalen onroerend goed- belasting. Dat is dan een voorbeeld waaruit blijkt dat de recreatie ook ten gunste van de inwoners en de gemeente gaat. Zijn fractie stelt voor om deze belasting af te schaffen zodat er in de begroting een inkomstenpost vervalt van 10.000, De kans is groot dat door de promotie van de gemeente de meerdere inkomsten op zullen wegen tegen deze wegvallende belasting. De hear Van den Berg seit dat it net sa is dat de ynwenners folslein alles betelje foar de toeristen. It giet der om dat it part fan de yn wenners en de toeristen yn in goede ferhâlding stiet. Dêrom is it in goede saak om toeristebelesting te heffen. De hear Damsma kin him wol oanslute by de wurden fan de hear De Wolf. It kolleezje jout seis oan dat der mesken yn it net sitte. Hy ûnder- fynt dat seis mear as r jochtsungelikensensOan de iene wâl moat wol betelle wurde en oan de oare hoecht dat net. Hy stipet dêrom it útstel fan de hear De Wolf om dizze belesting falie te litten. De hear Bouma tinkt dat dy rjochtsûngelikensens ferfalt as men dan ek gjin havenjild mear freget. Wol men dy ûngelikensens net dan moat der ek foar soarge wurde dat der oan alle wâlen jild ophelle wurde kin. SalangTt dat net dien wurde kin is it terjochte om de belesting te freegjen foar dy plakken dêr't foar betelle wurde moat. Wethouder Poppen denkt dat er altijd een rechtsongelijkheid is. Er zijn toeristen te water en te land en voor beide partijen moeten voorzieningen getroffen worden die de gemeente veel geld kosten. Het is daarom duidelijk dat het niet onredelijk is om van die toeristen een bijdrage te vragen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1986 | | pagina 29