- 34 - 34. Brandweerboot. De heer De Wolf denkt dat het niet verkeerd is om eens over een brandweer boot te praten. De provincie laat zich altijd zeer bezorgd uit over de gevaarlijke situaties op het water. Er wordt zelfs een laveerverbod voor het Prinses Margrietkanaal ingesteld. Zou het niet mogelijk zijn om de provincie zover te krijgen dat die meer aan die situaties gaat doen? De voorzitter vindt het wel een goed idee om daar in de afdelings eens over te praten. Een verzoek om een bijdrage van de kant van de provincie lijkt hem verspilde moeite omdat wel te raden is wat het antwoord zal zijn. Voor een gebied als waar deze gemeente in ligt is het hebben van een brandweerboot zeer waarschijnlijk geen overbodige luxe. Daarbij moet dan wel rekening worden gehouden met de kosten die dat met zich zal brengen. De heer De Wolf zegt dat hij niet expliciet een voorstel voor aanschaf van zo'n boot gedaan heeft. Hij doet de suggestie om ook eens aan de provincie te denken, als hierover gepraat wordt. Mefrou Watzema is fan betinken dat de feiligens op it Prinses Margriet kanaal net allinnich in saak fan de gemeente is. De provinsje hat dêr grif ek in taak. De voorzitter antwoordt dat de heer De Wolf en mevrouw Watzema zich moeten realiseren dat het niet om het Prinses Margrietkanaal gaat. Dan zou die boot niet eens van het kanaal af komen. Het gaat om het gebied van de Oude Venen, waar beslist wel een taak is weggelegd voor een brand weerboot. Dit punt komt in de afdeling nog aan de orde. 36. Milieutaken. De heer De Wolf zegt dat het antwoord op die vraag niet erg duidelijk is, ook omdat de provincie een vrij uitvoerig taakveld heeft. Het lijkt hem mogelijk dat als dit toch eens gedetailleerd uitgezocht kan worden er een tijdsbesparing binnen het ambtelijk apparaat uit voort kan komen. Het milieu is meer gediend met een praktische aanpak dan met een te grote papierproductie. Dit zou daar een onderdeel van kunnen zijn. 37. Uitvoering Wet Geluidhinder. De heer De Wolf zegt dat de gemeente structureel een bedrag van 20.000,= per jaar ontvangt. Een deel daarvan wordt uitgegeven aan metingen en adviezen. Het komt voor dat iemand op een plaats wil laten bouwen waar op grond van de wet een geluidstechnisch advies gevraagd moet worden. Hij vindt het niet redelijk dat die bouwer dan alleen die kosten draagt. Hij kan zich voorstellen dat in gevallen waar een bouwer, die zelf geen vervuiler is in de zin van de wet geluidhinder, voor de kosten van zo'n onderzoek komt te staan een deel van die 20.000,= gebruikt wordt voor die kosten. Immers de kosten voor een artikel 19-procedure worden ook niet helemaal doorberekend. Wethouder Poppen antwoordt dat het uitgangspunt van de milieuwetten is dat de vervuiler betaalt. Dat is een redelijk uitgangspunt. Blijkt uit het overleg met een aanvrager dat het niet helemaal redelijk is dat die aanvrager de kosten alleen betaalt dan zal daar altijd een op lossing voor gevonden worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1986 | | pagina 37