GEMEENTE BOARNSTERHIM
21. Voorstel tot fusie van de gasbe
drijven Zuid-Oost Friesland.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 6 februari 1987.
Na jarenlange discussies, vele studies en rapporten is er in 1984
een proces op gang gekomen, dat moet leiden tot een reorganisatie
van de energiedistributie.
Het meest essentiële onderdeel van deze reorganisatie is de
samenvoeging van de distributie van gas en electriciteit
de energiebedrijven in de electriciteits-, gas- en warmtesector
hebben hierbij nadrukkelijk gekozen voor vrijwillige
herstructurering.
De eerste stap in het vrijwillige herstructureringsproces was het
inventariseren van de standpunten van alle betrokken bedrijven.
Om de bij de betrokken bedrijven heersende opvattingen te peilen om
te komen tot een vrijwillige herstructurering van de energie
distributiesector, werd door de belangenorganisaties Veen
(electriciteit,) Vegin (gas) en Vestin (stadsverwarming) een
commissie ingesteld.
Deze commissie - de "Inventarisatiecommissie Reorganisatie
Distributiesector", ofwel de Commissie Brandsma (naar haar
voorzitter) genaamd - heeft met alle bedrijven betrokken bij de
energiedistributie gesprekken gevoerd, om de standpunten die binnen
de sector over dit onderwerp bestaan te peilen. Naar aanleiding
hiervan heeft de commissie een aantal bevindingen gerapporteerd en
hieruit haar conclusies getrokken.
Kort samengevat kwamen deze conclusies op het volgende neer:
- de primaire uitgangspunten dienen te zijn electriciteit gas en
warmte met zo laag mogelijke distributiekosten beschikbaar te
stellen aan de verbruikers en hun de grootst mogelijke service te
verlenen;
- als grenzen voor de minimale omvang van distributiebedrijven moet
worden uitgegaan van:
- 30.000 verbruikersadressen voor horizontaal geïntegreerde
bedrijven;
- 50.000 aansluitingen voor enkelvoudige gasbedrijven;
- 75.000 aansluitingen voor enkelvoudige electriciteitsbedrijven
- aandacht dient te worden geschonken aan bijzondere of specifieke
motieven op basis waarvan bedrijven met een kleinere omvang zouden
moeten blijven voortbestaan, indien zij beschikken over:
- 30.000 - 15.000 verbruikersadressen voor horizontaal
geïntegreerde bedrijven;
- 50.000 - 30.000 aansluitingen voor enkelvoudige gasbedrijven;
(overigens dienen dit uitzonderingsgevallen te zijn)
0005V 35