5 -
De vergelijking van dit schema met het schema naast blz. 28 van
de commissie HAS laat een aantal verschillen zien in de verdeling
van de hoofdafdeligen in afdelingen.
Daarbij willen wij er op wijzen, dat de indeling in afdelingen
zoals bovenvermeld voor ons slechts indicatief is. Het aantal
afdeligen en de groepering van taken kan in de verdere uitwerking
nog wijzigingen ondergaan en zal, indien dat het geval is
onderdeel vormen van de tweede fase van de reorganisatie, zoals
voorzien in het procedure-/tijdschema. Indien u met ons voorstel
instemt zal de tweede fase van de reorganisatie door ons college
worden ingevuld, waardoor de onderverdeling van hoofdafdelingen
in afdelingen niet meer komt in uw raad aan de orde.
Te uwer informatie willen wij echter opmerken, dat de
onderverdeling van de commissie HAS ons te versnipperd voorkomt
en dat wij een aantal onderdelen willen combineren.
d. Het bijelkaar voegen van beleidsvoorbereiding en
beleidsuitvoerig is - hoewel de commissie HAS hieraan verder
wel de hand heeft gehouden - naar ons oordeel niet consequent
genoeg doorgezet binnen de hoofdafdeling planologie en
techniek. Er is onderscheid gemaakt tussen de technische en de
administratief/juridische werkzaamheden binnen het onderdeel
vrom. De technische kant is vervolgens bij bouwzaken, de
administratief/juridische kant bij vorm ondergebracht. Wij
achten deze scheiding minder gelukkig en wijzen ter
illutstratie hiervan op de huidige organisatie. Onderbrenging
binnen één hoofdafdeling lost wel iets op, maar naar ons
oordeel niet genoeg.
Onderbrengen op één afdeling is onze keuze.
5. Inspraak en antwoordnota; bijstelling reorganisatievoorstel.
De in de paragrafen 1 t/m 4 beschreven knelpunten, oplossingen,
procedure-tijdschema en inhoudelijke standpuntbepaling ten
aanzien van de voorgestelde reorganisatie hebben wij voorgelegd
aan de Commissie voor het Georganiseerd Overleg en aan de
Medezeggenschapscommissies
Het G.0. heeft ingestemd met de reorganisatievoorstellen, maar
heeft met nadruk geadviseerd de positie van de afdeling personeel
en organisatie in de organisatie te verzelfstandigen. Wij
verwijzen u naar het verslag van de G.0.-vergadering van 3
november 1986, dat voor u bij de stukken ligt.
De Medezeggenschapscommissies zijn dezelfde mening toegedaan als
het G.0. en voegt daar nog een aantal opmerkingen aan toe.
Wij verwijzen u naar de ter inzage gelegde brief van de
Medezeggenschapscommissies
Wij hebben ons op de adviezen beraden en de voorstellen en
kanttekeningen van commentaar voorzien. Deze kanttekeningen en
dit commentaar moet worden gezien als een bijstelling van het
onder paragraaf 4 opgenomen voorstel.
Voor de duidelijkheid nemen wij hieronder de volledige tekst van
de door ons opgestelde antwoordnota op:
0003V 8