GEMEENTE BOARNSTERHIM 9. Voorstel tot vaststelling van wijziging van enkele rechtspositieregelingen ten behoeve van het personeel in dienst van de gemeente Boarnsterhim. Aan de gemeenteraad. Grouw, 6 februari 1987. De onlangs tot stand gekomen belangrijke wijzigingen van de Algemene Burgelijke Pensioenwet zijn aanleiding om een aantal aanpassingen van de rechtspositieregelingen voor te stellen. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt nog enkele andere wijzigingen voor te stellen. Algemeen Ambtenarenreglement. Hoofdstuk D. In het systeem van de Algemene Burgelijke Pensioenwet behoorden allerlei eenmalige of niet-vaste inkomsten tot het ambtelijk inkomen en deze konden dus bij ontslag wegens pensionering in het eindloon tot uitdrukking komen en zo tot een onbedoeld hoger pensioen aanleiding geven. Deze inkomsten, waaronder ook een vergoeding voor niet genoten vakantiedagen, behoren na de wijziging van de Pensioenwet niet meer tot het ambtelijk inkomen. Eén belemmering om de niet verleende vakantiedagen bij ontslag te vergoeden is daarmee weggenomen. Aangezien het steeds meer als onbillijk wordt ervaren dat niet genoten vakantie bij ontslag zonder enige compensatie in het niet verdwijnt, is er thans aanleiding voornoemde vergoedingsregeling in te voeren. Daarbij moet bedacht worden dat een niet onbelangrijk aantal gemeenten een dergelijke regeling al kent. Ook in het Burgerlijk Wetboek komt een dergelijke regeling reeds lang voor. Anderzijds kan het aantal genoten vakantiedagen zeer hoog worden, omdat het Algemeen Ambtenarenreglement niet de mogelijkheid kent om bij langdurige ziekte de vakantie naar evenredigheid te verminderen. Vandaar het voorstel om de cumulatie van vakantiedagen bij ziekte te beperken door aan artikel D, lid 3, toe te voegen de woorden "korter dan een jaar". Daarmee wordt aangesloten bij de voor de rijksambtenaren geldende regeling. Hoofdstuk E. Bij besluit van uw raad van 16 september 1986, nr. 7c, is de flexibilisering van het zwangerschaps- en bevallingsverlof geregeld. De opgenomen tekst in artikel E3, lid 3, is echter zo ruim dat elke verhindering om de betrekking te vervullen wegens zwangerschap, ook die welke gelegen is buiten de periode van zes weken vóór de vermoedelijke datum van bevalling, van het verlof kan worden afgetrokken. Dit zou een verslechtering betekenen ten opzichte van de vroegere situatie, zodat nu een tekst wordt aangeboden die die mogelijkheid van vermindering beperkt. 0005V 16

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1987 | | pagina 86