-2- Wat de goedkeuring van de gewenste voorzieningen, genoemd in het huisvestingsoverzicht voor 1987 tot en met 1990 betreft, verwijzen wij u naar de brief van het ministerie van onderwijs en wetenschappen van 1 april 1987, met kenmerk BO/BO/H-86013059, die voor u bij de raadsstukken ter inzage ligt. Mede in overleg met de medezeggenschapsraden van de scholen zal de realisatie van de goedgekeurde voorzieningen de komende tijd nader onder ogen worden gezien. Deze voorzieningen moeten uiterlijk in 1990 zijn uitgevoerd, omdat anders de bekostiging door het departement vervalt. Behalve in artikel 65 en volgende van de Wet op het Basisonderwijs is de wettelijke basis voor genoemde voorzieningen vastgelegd in het Huisvestingsbesluit W.B.0. (staatsblad 1986, nummer 94). Op grond van dat besluit moet voor het vaststellen van het huisvestingsover zicht gebruik gemaakt worden van een model, dat door de minister is vastgesteld. Dat model is opgenomen in de brochure "Huisvesting Basisonderwijs", uitgegeven door het ministerie van onderwijs en wetenschappen, die eveneens voor u ter inzage ligt. Als hoofdlijnen van het huisvestingsbeleid zijn de volgende uitgangspunten van kracht: a. de aanwezige huisvestingscapaciteit moet zoveel mogelijk worden benut; b. bij nieuwbouw wordt rekening gehouden met de duur, gedurende welke in het gebouw onderwijs moet worden gegeven; c. vervanging van bestaande gebouwen is uitsluitend mogelijk, wanneer dat beslist noodzakelijk is; d. verbouwingen moeten beperkt blijven tot die zaken, die beslist noodzakelijk zijn voor het voortzetten van het onderwijs (partiële en algehele aanpassingen) of voor technische zaken (ingrijpend onderhoud). Verder is het huisvestingsbeleid er op gericht om de basisschool in één gebouw onder te brengen. Dat is nodig om de onderwijskundige doeleinden van de W.B.0. te verwezenlijken, zoals door de staatssecretaris in de brochure wordt aangegeven. Daarbij wordt evenwel opgemerkt, dat het op dit moment financieel niet mogelijk is om elke basisschool, die nu nog in verschillende gebouwen is onderge bracht, uit te breiden en aan te passen. Daarom zal de integratie van de huisvesting een proces zijn, dat nog wel in de negentiger jaren zal doorgaan. In het algemeen zal de integratie niet eerder tot stand kunnen komen, wanneer zich een van de volgende situaties zal voordoen: 1. wanneer de hele basisschool in de hoofdvestiging ondergebracht kan worden; 2. wanneer de basisschool een omvang gekregen heeft, die naar mag worden verwacht, op langere termijn ongeveer gelijk zal blijven; 3. wanneer de bouwkundige voorziening op korte termijn noodzakelijk is, omdat het met een van de huisvestingsonderdelen van de basisschool slecht gesteld is; 4. of wanneer een grote en daardoor maar voor een deel gebruikte bij ruimte om die redenen kan worden afgestoten. 0014V 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1987 | | pagina 74