-3-
Bij vergelijking tussen de gemeenschappelijke regeling en de naamloze
vennootschap valt nog het volgende op te merken.
In het algemeen kan gezegd worden, dat er bij de keuze van de
rechtsvorm geen sprake is van een zwart/wit-situatie.
Bij een gemeenschappelijke regeling zijn - binnen het kader van de Wet
Gemeenschappelijke Regelingen - verschillende mogelijkheden aanwezig
om bevoegdheden te regelen.
Bij een naamloze vennootschap is het eveneens mogelijk om bevoegdheden
van de Raad van Commissarissen, Algemene Vergadering van
Aandeelhouders en Directeur in de statuten te regelen. Daarnaast is
het mogelijk om zaken te regelen in buiten-statutaire regelingen. In
de situatie Zuid-Oost Friesland is - als gevolg van het geringe aantal
betrokken gemeenten - in een eventuele naamloze vennootschap iedere
gemeente vertegenwoordigd in de Raad van Commissarissen.
Concluderend kan worden gesteld, dat zowel voor een gemeenschappelijke
regeling als voor een naamloze vennootschap goede argumenten zijn aan
te voeren.
De Stuurgroep beveelt de Gemeenschappelijke Regeling aan.
4. Financiële gevolgen voor de geaeenten
Hieronder wordt ingegaan op de financiële compensatie, die de
gemeenten ontvangen bij het inbrengen van de gasbedrijven in het op te
richten nieuwe bedrijf.
Het nieuwe bedrijf vergoedt bij overdracht behalve de boekwaarde ook
een liquide gemaakt gedeelte van de winstcapaciteit van de respectieve
gasbedrijven - de overwinst.
Daarnaast ontvangen de gemeenten een geraamd in de toekomst te behalen
efficiency-voordeel en het berekende financieringsvoordeel.
Gezien de winstcapaciteit van de gasbedrijven is het liquide maken van
een gedeelte van de toekomstige winst verantwoord, aangezien ook het
nieuwe bedrijf naar verwachting goed zal renderen en derhalve ook in
de toekomst nog winsten zal uitkeren aan de gemeenten.
Het winstcijfer is waar nodig gecorrigeerd om op een
gemeenschappelijke basis voor alle betrokken bedrijven te komen.
De overwinst is bepaald door uit te gaan van een norm-winst van
100,— per aansluiting. Het meerdere wordt beschouwd als overwinst.
Het bedrag van 100,— is een gemiddelde, dat aansluit bij de
winstniveau's van de overige Friese Gasbedrijven.
Het financieringsvoordeel, uit te keren aan de gemeenten, is gebaseerd
op het verschil tussen de per gemeente geldende omslagrente en de
huidige marktrente. Dit laatste is gesteld op 7%t waarbij uitgegaan is
van een toekomstige financiering met lange en korte (kasgeld)
leningen.
Het efficiency-voordeel is gesteld op 5,per aansluiting. Naar
verwachting is dit voordeel onder meer te behalen uit een eenvoudiger
administratie en lagere inkoopkosten i.v.m. stijging van het
inkoopvolume.