GEMEENTE BOARNSTERHIM
6. Voorstel tot het verlengen van de
verordening tot beperking
verstrekking alcoholhoudende drank.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 4 mei 1988.
Op 19 augustus 1986 heeft uw raad de "Verordening tot beperking
verstrekking alcoholhoudende drank" vastgesteld.
Het bij deze verordening behorende ontheffingenbeleid is tijdens uw
vergadering van 17 maart 1987 vastgesteld.
Op grond van artikel 9 verliest de verordening haar geldigheid één
jaar na de dag van haar afkondiging, i.c. 27 mei 1988.
Verdient het thans aanbeveling om:
1. de verordening met een jaar te verlengen?;
2. de voorwaarden behorende bij een ontheffing verder aan te
scherpen?
De achterliggende gedachte van de verordening is dat het geen
aanbeveling verdient dat jeugdige personen onbeperkt geconfronteerd
en aangemoedigd worden tot het gebruik van alcoholhoudende drank bij
sport- en sociaal culturele instellingen.
Na het inwerkingtreden van de verordening hebben 9 sport- en 4
sociaal-culturele instellingen een ontheffing verkregen met de
daarbij behorende voorwaarden.
Bij de totstandkoming van de verordening is gebleken dat met name de
Sportraad overwegende bezwaren had tegen de bij een ontheffing
behorende voorwaarden.
Twee sportinstellingen, te weten de Stichting Sportbelangen Rauwerd
en de Stichting Sport- en Activiteiten Utingeradeel, hebben een
bezwaarschrift ingediend bij het college van Gedeputeerde Staten
tegen de verleende ontheffing.
Gedeputeerde Staten hebben nog geen uitspraak gedaan, zodat nog niet
geheel duidelijk is hoe sterk de verenigingen staan in hun bezwaren.
Momenteel is wel duidelijk dat bij een verscherping van de
voorwaarden de Sportraad wederom bezwaar zal aantekenen omdat de
verenigingen bevreesd zijn voor de financiële consequenties.
Enkele gemeenten hebben speciaal voor dit probleem een fonds in het
leven geroepen die verliezen aan alcoholomzet opvangt. De verliezen
ontstaan door minder te schenken ten gevolge van een
matigingscampagne in de vereniging.
Gelet op de huidige financiële positie van de gemeente verdient het
geen aanbeveling om de uitvoeringsvoorschriften behorende bij de
verordening aan te scherpen.
0032V