-6- Uit het verminderen van formatieplaatsen voortvloeiende knelpunten vragen om een adequate benadering. Daarover zal overleg plaats vinden. 9. Opmerking/kanttekening MZC Tekorten op het grondbedrijf worden opgevangen door o.a. ingrijpen in de personele sfeer. Slecht beleid wordt hiermede afgewenteld op het personeel. 9. Antwoord Wij vinden deze zienswijze ongenuanceerd. De tekorten zijn evenzeer ontstaan in de personele sfeer. Maar zelfs als de stelling waar zou zijn, dan nog is de conclusie niet juist, dat het personeel de dupe zou worden. Waar is, dat het aantal arbeidsplaatsen zal verminderen. Het personeel zal daarvan echter niet de dupe worden. 10. Opmerking/kanttekening AFD 1 De voorgestelde bezuiniging op de formatie van de bouwkundige onderhoudsgroep is in 1988 niet te realiseren i.v.m. het feit, dat de daarvoor noodzakelijke vermindering van taken nog niet kan worden gerealiseerd. Eerst zullen daadwerkelijk gebouwen moeten worden afgestoten. Bovendien kan door een vermindering van de inkomsten het te bezuinigen bedrag niet worden gehandhaafd. Uitstel van de formatievermindering totdat weer iemand in de VUT gaat (1989-1990) 10. Antwoord Ook door de directeur van de hoofdafdeling is aangegeven, dat afstoting van onderhoud voorwaarde is voor formatievermindering. Indien de afstoting van onderhoud niet parallel loopt met de vermindering van de formatie, zullen aanvullende maatregelen nodig zijn. De uitvoering valt dan financieel gezien tegen. Tevens is het juist, dat begrotingstechnisch gezien het bedrag van een halve formatieplaats niet direct een bezuiniging is. Dit komt door het doorberekenen van kosten naar kostenplaatsen. Hiermee zal rekening worden gehouden in de meerjarenbegroting en in de berekening van de effecten van het afstoten van gebouwen. Wel blijven wij van mening, dat de formatievermindering gehandhaafd moet blijven. Er is immers sprake van een geplande taakvermindering die in personeelsvermindering vertaald moet worden, wil er niet een nadelig effect ontstaan. Uitstel van de vermindering tot een niet duidelijk later tijdstip achten wij op dit moment voorbarig en onzeker en wordt dan ook door ons afgewezen. 0320R 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1988 | | pagina 35