-3-
3. Mr. W. Sleijffer namens
25 bewoners van het buurt-
schap Tsienzerbuorren
11
mei
1988
16
mei
1988
4.
Het bestuur van Plaatselijk
belang Irnsum
10
mei
1988
11
mei
1988
5.
De heer S. Beintema
9
mei
1988
9
mei
1988
6.
Drietal ereleden van de
VVV-Irnsum
6
mei
1988
9
mei
1988
7.
VVV-Irnsum
2
mei
1988
4
mei
1988
8.
De heer E.R. Jukema en
10 anderen
11
mei
1988
11
mei
1988
9.
N.V. Nederlandse Spoorwegen
11
mei
1988
16
mei
1988
10.
VW-Grouw
2
juni
1988
2
juni
1988.
Met uitzondering van het bezwaarschrift onder nummer 10 zijn alle
bezwaarschriften tijdig ingediend. De indieners van de
bezwaarschriften nummers 1 tot en met 9 zijn overeenkomstig het
gestelde in artikel 24, lid 1, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
uitgenodigd hun bezwaren mondeling toe te lichten ten overstaan van
de vierde afdeling uit uw midden.
Verslag ervan is opgemaakt, bij de raadsstukken ter inzage gelegd en
voor zover relevant in het navolgende opgenomen.
De bezwaarschriften worden in het navolgende afzonderlijk behandeld
en voorzien van een reactie onderzijds.
Bezwaarschrift 1.
De Landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling "De Oude Jokse",
hierna te noemen de rvk-commissie, deelt in het bezwaarschrift mee
bezwaar te hebben tegen het tracé van de Sll. De motivering van het
bezwaar zou nagezonden worden. Een zodanige schriftelijke motivering
is niet ontvangen.
De rvk-commissie is uitgenodigd om de bezwaren, indien gewenst,
nader mondeling toe te lichten ten overstaan van de vierde afdeling
op 31 mei 1988. Van de geboden gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Van indieners van bezwaarschriften mag worden verwacht dat zij niet
alleen de indieningstermi jn in acht nemen, maar tevens dat zij
duidelijk aangeven waar de bezwaren tegen zijn gericht en waarom die
bezwaren worden gemaakt.
Ontbreekt één van deze of ontbreken beide laatste elementen, dan
wordt het ingediende bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, doch niet
dan nadat de indiener in de gelegenheid is gesteld het waartegen en
het waarom nader te motiveren.
In dit concrete gevel geeft de indiener er blijk van op de hoogte te
zijn van het feit dat één van de genoemde elementen (het waarom) aan
zijn bezwaarschrift ontbreekt.
De indiener is daarenboven in de gelegenheid gesteld geworden om het
ontbrekende element mondeling nader toe te lichten ten overstaan van
de vierde afdeling. Daarvan is geen gebruik gemaakt.
Aanleiding voor ons college om aan te nemen dat hier gegronde
redenen zijn om de rvk-commissie in zijn bezwaren tegen het ontwerp-
bestemmingsplan niet ontvankelijk te achten.
0036V 18