GEMEENTE BOARNSTERHIM
26. Voorstel tot het treffen van een
voorziening voor tijdelijke
huisvesting van de "Carel van
Roordaschool" mavo te Grouw.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 2 september 1988.
Op 21 augustus 1984 heeft uw raad reeds besloten een krediet groot
214.840,beschikbaar te stellen voor de uitbreiding van de
openbare mavoschool "Carel van Roorda" te Grouw. Tevens heeft uw
raad besloten de bouw van deze huisvesting te gunnen aan de laagste
inschrijver, nadat aan diens bouwplan, alsmede de bijbehorende
kostenbegroting goedkeuring is verleend door het Ministerie van
Onderwijs en Wetenschappen en burgemeester en wethouders te
machtigen terzake verder het nodige te verrichten.
Na diverse gesprekken en onderhandelingen met het Ministerie van
Onderwijs en Wetenschappen, nieuwe offertes en vele brieven is
uiteindelijk de definitieve goedkeuring voor de bouw van een
zogenaamde noodhuisvesting ten behoeve van de openbare Carel van
Roordaschool voor mavo afgekomen. (Brief Ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen van 8 augustus 1988, nr. VO/VH/H1-538341)
De uitbreiding is alsvolgt samengesteld:
a. 1 theorievaklokaal voor tekenen/handvaardigheid
2 eenheden 2 eenheden
b. 1 kamer adjunct-directeur eenheid eenheid
c. 1 algemene berging eenheid eenheid
Totaal 3 eenheden
Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen stelt voor deze
uitbreiding een genormeerde vergoeding per lokaaleenheid ("All-in")
ter beschikking, welke is vastgesteld op 65.000,per eenheid
(inclusief 20% b.t.w.). Verder in verband met de situatie ter
plaatse stelt het Ministerie nog 40.000,(inclusief b.t.w.) ter
beschikking voor een fundering van voorgespannen betonpalen, een
betonnen balkenrooster en met geïsoleerde betonnen vloeren. De
totale vergoeding komt daarmede op 235.000,(inclusief 20%
b.t.w.
De financiering van deze bouw geschiedt door middel van een
zogenaamde fictieve lening. De kostenvergoeding zal het bedrag
omvatten dat jaarlijks nodig zal zijn voor rente en aflossing van
een 25-jarige lening ten bedrage van de door het Ministerie
goedgekeurde stichtingskosten en tegen een door het Ministerie
vastgesteld rentepercentage, waarbij de aflossing op jaarlijks
gelijke bedragen is gesteld (zogenaamde liniaire geldlening).
0038V 17