- 3 -
In deze opzet staat tegenover het nadelig verschil nog de claim op
de winstuitkering. Uitgaande van 7.100 aansluitingen, is een
uitkering van 41,per aansluiting voldoende om dit gat af te
dekken.
Of dit laatste haalbaar is, is afhankelijk van de resultaten van het
nieuwe bedrijf.
In dit verband derhalve een onzekere factor.
Om die reden zou derhalve ook gedacht kunnen worden aan een algehele
overdracht van het gasbedrijf aan de N.V. Frigem.
In dat geval wordt 10 x de volledige winst over 1986 uitgekeerd en
bedraagt de overname-som 14.4 miljoen.
Geprojecteerd op de gemeentebegroting leidt de laatstbedoelde
constructie tot de volgende mutaties.
Rente uitgezette gelden 936.000,
Rente kapitaalverstrekking gasbedrijf 267.000,
Winst gasbedrijf f 613.000.
936.000,— 880.000,—
f 880.000,—
voordelig 56.000,
Duidelijk is dat bij deze constructie de zeggenschap van de gemeente
geheel is vervallen.
Binnen ons college is geen overeenstemming omtrent het te kiezen
model
Twee leden van het college, te weten de voorzitter en wethouder
Breeuwsma leggen de nadruk op zekerheid in plaats van zeggenschap en
geven daarom de voorkeur aan volledige overdracht van het gasbedrijf
aan Frigem.
Genoemde voorkeur wordt onder andere ingegeven door het streven naar
een evenwichtig financieel beleid.
De winstuitkering van het gasbedrijf is namelijk in wezen een
oneigenlijk onderdeel van de gemeentebegroting.
Daar waar middels de introductie van meerjarenbegroting wordt
getracht een duidelijker beeld te vormen van het financiële beleid
van de gemeente voor de langere termijn, daar geeft de
winstuitkering van het gasbedrijf juist een stuk onzekerheid voor de
toekomst en blijkt pas achteraf tot welke hoogte dit bedrag had
kunnen worden opgevoerd, nog afgezien van de vraag in hoeverre
winstneming in de toekomst zal worden toegelaten.
In het kader van het preventief toezicht van Gedeputeerde Staten op
de gemeentebegroting worden namelijk geen "onzekere inkomsten"
geaccepteerd, zodat de raming altijd aan de zeer voorzichtige kant
moet blijven en pas op rekening basis duidelijkheid ontstaat omtrent
de hooge van het bedrag, dus na het sluiten van het boekjaar.
0041V 25