w
GEMEENTE BOARNSTERHIM
6. Voorstel tot het vaststellen van
de gemeenschappelijke regeling
Woonwagenschap Friesland en het
benoemen van gemeentelijke
vertegenwoordigers in het
bestuurs- orgaan van de
gemeenschappelijke regeling.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 4 november 1988.
Op grond van de nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regelingen (W.G.R.),
die op 1 januari 1985 in werking is getreden, dienen in beginsel
alle bestaande regelingen binnen een periode van 5 jaar, na het in
werking treden van de wet, met het nieuwe wettelijke regime in
overeenstemming te zijn gebracht.
In concreto betekent dit dat regelingen die voor 1 januari 1990 niet
in aangepaste vorm ter goedkeuring zijn aangeboden, van rechtswege
komen te vervallen.
De W.G.R. bepaalt dat het territoir van nieuwe gemeenschappelijke
regelingen dient samen te vallen met de door Provinciale Staten
aangewezen samenwerkingsgebieden (Noord-Friesland, De Friese Wouden,
en Zuid-West Friesland.)
Uit het vorenstaande zou geconcludeerd kunnen worden dat de huidige
"inter-regionale" gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap
Friesland komt te vervallen.
De behartiging van de aan de gemeenten opgedragen taken in het kader
van de Woonwagenwet zou dan voortgezet kunnen worden op regionaal
niveau, dat wil zeggen, binnen de samenwerkingsverbanden, dan wel
door iedere gemeente in Friesland afzonderlijk wanneer besloten zou
worden tot opheffing van de regeling.
De wet kent evenwel een uitzonderingsbepaling op de bundelingsplicht.
Gemeenten behouden namenlijk een zekere keuze vrijheid om
gemeenschappelijke regelingen aan te gaan die de grenzen van het
samenwerkingsverband overschrijden, indien de aard van het te
behartigen belang of de schaal waarop het belang moet worden
behartigd die nodig maakt.
Afwijkingen van de vastgestelde grenzen van het samenwerkingsgebied
zijn dus niet onmogelijk, maar moeten wel goed gemotiveerd worden
naar aard en schaal. Gedeputeerde Staten zullen één en ander toetsen
in het kader van het goedkeuringsrecht.
De keuze deed zich derhalve voor hoe woonwagenaangelegenheden onder
het regime van de nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regelingen het beste
konden worden geregeld:
a. opheffen van de regeling en de woonwagenaangelegenheden overlaten
aan de gemeenten;
0042V 85