GEMEENTE BOARNSTERHIM
28b. Voorstel tot vaststelling van de
bedragen, bedoeld in artikel 47
der Kleuter-Onderwijswet over de
jaren 1979 en 1980 en over de
periode 1976 tot en met 1980
(voormalige gemeente Utingeradeel)
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 december 1988.
Ingevolge artikel 47 der Kleuter-Onderwijswet dient u jaarlijks vóór
1 december voor de in de gemeente gevestigde openbare kleuterscholen
voorlopig vast te stellen:
a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaande kalenderjaar
terzake van de in artikel 38 onder h en i bedoelde kosten ten
behoeve van die scholen werkelijk heeft uitgegeven;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 43 eerste
lid, of artikel 46 per lokaal bepaald bedrag in verband met het
aantal lokalen van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor
van rijkswege beschikbaar is gesteld;
c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt van dat onder b,
het bedrag van het verschil;
d. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar
terzake van de in artikel 38 onder j tot en met 1 bedoelde
kosten ten behoeve van die scholen heeft uitgegeven;
e. het bedrag dat, overeenkomstig het krachtens artikel 44, eerste
lid, of artikel 46 per leerling bepaald bedrag in verband met
het aantal kleuters van die scholen voor dat kalenderjaar
daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld;
f. indien het onder d bedoelde bedrag verschilt van dat onder e,
het bedrag van het verschil.
Voor de jaren 1979 en 1980 en de periode 1976 tot en met 1980 dienen
bovenbedoelde bedragen voor de openbare kleuterscholen van de
voormalige gemeente Utingeradeel nog te worden vastgesteld.
Wij stellen u voor, daartoe over te gaan, door vaststelling van de
bedragen overeenkomstig bijgevoegde concept-besluiten.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0401R