w
GEMEENTE BOARNSTERHIM
28h. Voorstel tot vaststelling van de
bedragen bedoeld in artikel 103, 2e
lid van de Lager-Onderwijswet 1920.
Juncto artikel E 20 van de Over
gangswet Wet op het Basisonderwijs
(owbo), ten behoeve van de scholen
voor bijzonder lager onderwijs over
de periode 1 januari 1985 tot en
met 31 juli 1985.
Aan de gemeenteraad,
Grouw, 9 december 1988.
Ingevolge artikel 103, tweede lid van de Lager-Onderwijswet 1920,
dient door de gemeenteraad jaarlijks vóór 1 december te worden
vastgesteld het bedrag van de vergoeding waarop de besturen van
bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs over de afgelopen
periode recht hebben.
Aan de berekening van het bedrag van de vergoeding ligt op grond van
artikel E 20/E 21 van de OWBO het aantal leerlingen op 1 januari
1985, alsmede de vastgestelde voorschotvergoeding per leerling ten
grondslag.
Dit bedrag, dat betrekking heeft op de materiële exploitatiekosten,
moet ingevolge de wettelijke voorschriften voor de periode 1 januari
1985 tot en met 31 juli 1985 als volgt worden vastgesteld.
1. voor de bijzondere lagere school
2. voor de bijzondere lagere school
3. voor de bijzondere lagere school
4. voor de bijzondere lagere school
5. voor de bijzondere lagere school
6. voor de bijzondere lagere school
7. voor de bijzondere lagere school
te Akkrum op: 33.532,80
te Oldeboorn op: 26.746,40
te Irnsum op: 23.153,60
te Terzooi op: 30.339,20
te Grouw op: 32.734,40
te Warga op: 13.173,60
te Wartena op: 16.367,20
Wij stellen u voor daartoe over te gaan door vaststelling van de voor
u ter inzage liggende concept-besluiten.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld B.G. Holtrop.
0401R