GEMEENTE BOARNSTERHIM
28i. Voorstel tot voorlopige vaststel
ling van de bedragen, bedoeld in
artikel 55 ter der Lager-Onderwijs-
wet 1920 over het jaar 1982 en over
de vijfjaarlijkse periode van 1978
tot en met 1982 (voormalige ge
meente Utingeradeel)
Aan de gemeenteraad,
Grouw, 9 december 1988.
Ingevolge artikel 55 ter der lager-Onderwijswet 1920 dient de
gemeenteraad jaarlijks vóór 1 december voor de openbare scholen voor
gewoon en voortgezet gewoon lager onderwijs voorlopig vast te stellen:
a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaande kalenderjaar
terzake van de in artikel 55 bis der Wet bedoelde kosten voor
die scholen werkelijk heeft uitgegeven;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens dat artikel per
leerling bepaalde bedrag in verband met het aantal leerlingen
aan die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor beschikbaar was
gesteld;
c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt van de onder b,
het bedrag van het verschil.
Voor het jaar 1982 moeten deze bedragen conform de feitelijke
toestand worden bepaald op 196.274,52 (a); 237.443,66 (b);
41.169,14 (c meer uitgegeven dan beschikbaar gesteld).
Voorts moeten ingevolge artikel 55 ter van genoemde wet om de vijf
jaren voorlopig worden vastgesteld:
d. het totaal van de bedragen, dat de gemeente in de vijf voor
afgaande jaren terzake van de in artikel 55 bis bedoelde
kosten voor de openbare scholen voor gewoon en voortgezet
gewoon lager onderwijs werkelijk heeft uitgegeven;
e. het totaal van de bedragen, dat overeenkomstig de krachtens
dit artikel per leerling bepaalde bedragen in verband met het
aantal leerlingen aan die scholen voor dit tijdvak daarvoor
beschikbaar was gesteld;
f. indien het onder d bedoelde bedrag dat onder e overschrijdt,
het bedrag per leerling der overschrijding.
Deze vaststelling heeft laatstelijk plaats gevonden over de jaren
1973 tot en met 1977, zodat thans een besluit dient te worden genomen
ten aanzien van de periode 1978 tot en met 1982.
Overeenkomstig de feitelijke toestand moeten de hiervoor vermelde
bedragen voor genoemde periode worden bepaald als aangegeven in het
concept-besluit dat bij de raadsstukken ter inzage ligt.
Wij stellen u voor, dienovereenkomstig te besluiten.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0401R