10. Verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan voor het buiten gebied van de gemeente Utingeradeel ten behoeve van de bouw van een woning in Aldeboarn. Aan de gemeenteraad. Grou, 7 april 1989. Op 23 augustus 1985 ontving ons college een verzoek van de heer Mr. H.S. de Vries, namens de heer A. van der Meulen, of er mogelijkheden bestonden om een woonhuis te bouwen op het perceel kadastraal bekend gemeente Oldeboorn, sectie B. nr. 606. In het geldende bestemmingsplan voor het buitengebied hebben deze gronden een agrarische bestemming, waarop geen bebouwing mogelijk is. Aangezien het plegen van particuliere woningbouw in het buitengebied ongebruikelijk is en in planologisch opzicht ongewenst, berichten wij de heer Van der Meulen dat er bij ons geen bereidheid bestond om mee te werken aan de bouw van een woning op de betreffende plaats. De heer De Vries tekende tegen deze beschikking bij ons bezwaar aan. Bij besluit van 4 juli 1986 verklaarden wij deze bezwaren ongegrond, waarop de heer De Vries in beroep kwam bij de AROB rechter. Deze vernietigde de beschikking van 4 juli 1986 omdat ons college in dezen ten onrechte de besluitvorming aan zich had getrokken, terwijl de wijziging van een bestemmingsplan, waartoe het verzoek van de heer De Vries strekte, ingevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening een bevoegdheid van de raad is. Hierover stuurde de heer De Vries op 19 december 1988 een brief aan uw raad. Hij refereert in deze brief aan de uitspraak van de AROB rechter en verzoekt opnieuw, nu expliciet aan de raad, om wijziging van het bestemmingsplan omwille van de bouw van een woning op de bovenomschreven plaats. Tevens verlangt hij van de gemeente een schadevergoeding te compensatie van geleden schade en gemaakte proceskosten. Hierbij voert hij aan dat de gemeente, nu deze een formele fout blijkt te hebben gemaakt, de veroorzaker van deze kosten is. De heer De Vries vraagt dus opnieuw om een beoordeling van de bouw activiteiten op de gewenste lokatie. Wij hebben het verzoek daarom in ogenschouw genomen en komen tot het volgende oordeel. Het genoemde perceel heeft de bestemming Agrarische doeleinden (gebied III), waarbinnen geen bebouwing is toegestaan. Het betreffende perceel bevindt zich langs de weg Aldeboarn-Nijbeets en tussen genoemde weg en de Boarn. Allereerst verzetten, onzes inziens, de agrarische belangen zich tegen de oprichting van een particuliere woning ter plaatse. Op geringe afstand van het perceel zijn een aantal agrarische bedrijven gevestigd, welke op basis van de milieubepalingen ondermeer rekening dienen te houden met de aanwezigheid van woonbebouwing. De oprichting van een nieuwe woning zou een onrechtvaardige extra belemmering voor deze bedrijven met zich meebrengen. 0060V 61 GEMEENTE BOARNSTERHIM

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1989 | | pagina 57