GEMEENTE BOARNSTERHIM
14. Voorstel tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit als bedoeld
in artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening ten behoeve
van de gronden aan de Leppedyk
onder Jirnsum.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 7 april 1989.
Ten aanzien van de Leppedyk, langs de Boorn nabij Jirnsum, doen zich
een aantal problemen voor die het wenselijk maken voor de
betreffende gronden een nieuwe bestemmingsregeling te maken. Deze
problemen kunnen als volgt worden gekenschetst.
De bewoners van enige woonschepen in de Boorn hebben in het
verleden een aantal bergingen geplaatst aan de oostzijde van de
weg. Dus vanaf de Boorn gezien aan de overzijde van de weg. Deze
bergingen, die zonder bouwvergunning werden gerealiseerd,
verkeren thans in een zeer slechte bouwtechnische staat. Uit
landschappelijk oogpunt moeten de betreffende bouwwerken als
verstorend worden beoordeeld. Dit pleit er dan ook voor de
bergingen te verwijderen. Het huidige gemeentelijke
volkshuisvestingsbeleid is er evenwel op gericht bij iedere
wooneenheid mogelijkheden te verschaffen voor de bouw van een
berging, garage of iets dergelijks. Wij achten het wenselijk
deze mogelijkheden ook aan de woonbootbewoners niet te onthouden.
Zeker gezien het feit dat de betreffende oever bij raadsbesluit
van 18 november 1986, nr. 16 is aangewezen als ligoever, terwijl
de bewoners over de benodigde vergunning beschikken. Wij stellen
daarom voor om de bewoners van de bedoelde woonboten het recht
te geven een berging of garage te bouwen. Deze bouwwerken zouden
alleen aan de westzijde van de Leppedyk moeten kunnen verrijzen,
zodat de landschappelijke aantasting tot een minimum blijft
beperkt.
De Leppedyk werd aangelegd in 10e of 11e eeuw en heeft lange
tijd een waterkerende functie gehad. De belangrijke historische
waarde die hieraan kan worden ontleend, was reden om de Leppedyk
op de monumentenlijst te plaatsen. De hieraan verbonden
bescherming ingevolge de Monumentenwet is echter slechts gering.
Het ware daarom wenselijk de Leppedyk aanvullend te beschermen
door een aanlegvergunning verplicht te stellen voor ophogen en
afgraven, bij de beoordeling waarvan de landschappelijke en
(cultuur) historische waarde de toetsingscriteria vormen.
De Leppedyk is momenteel te smal om het vrachtverkeer, bestemd
voor de achterliggende bedrijven, te kunnen verwerken. Het is
daarom noodzakelijk de weg te reconstueren. Deze reconstructie
zou moeten bestaan uit een verbreding van de weg in oostelijke
richting tot ten hoogste 3,00 m.
De voorschriften van het geldende Uitbreidingsplan in hoofdzaak
bieden niet de mogelijkheden om de geconstateerde problemen op de
voorgestelde wijze op te lossen. Het is daarom noodzakelijk dat voor
de betreffende gronden een partiële herziening wordt vastgesteld.
0060V 18