-2- 2Vaststelling uittredinqsbedraa Cevan. Bij Koninklijk Besluit van 24 februari 1989, verzonden 31 maart 1989, is Boarnsterhim niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om voorziening tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland van 10 juni 1986 tot vaststelling van het uittredings- bedrag uit het Cevan. Tegen de hoogte van het uittredingsbedrag was beroep aangetekend op grond van de Wet Gemeentelijke Herindeling van Friesland. Deze wet is volgens de Kroon in dezen niet van toepassing, zodat het verzoek niet ontvankelijk is. Overigens waren daardoor ook Gedeputeerde Staten niet bevoegd tot vaststelling, maar was het algemeen bestuur dat op grond van artikel 35 van de gemeenschap pelijke regeling. De wet gemeenschappelijke regelingen 1984 noch enige andere wet kent een bepaling op grond waarvan het besluit van het algemeen bestuur nog verder kan worden aangevochten. De W.G.R. wijst bij geschillen Gedeputeerde Staten als beslissend orgaan in hoogste instantie aan. Dit bestuursorgaan heeft zijn besluit reeds genomen, zodat dit onherroepelijk is. Daarmee is de gemeente uitgeprocedeerd en staat het uittredings bedrag, 365.870,vast. In de begroting is reeds rekening gehouden met een dergelijk door de gemeente te betalen uittredingsbedrag. 3. Methodiek afhandelenverzoeken om vriistelling op grond van artikel 19. lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Teneinde een snellere afwikkeling van verzoeken om vrijstelling op grond van artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te bewerkstelligen en concreter in te kunnen spelen op de in genoemde wet voorgeschreven procedure, hebben wij besloten met ingang van 1 juni aanstaande de werkwijze te volgen zoals is omschreven in de notitie "artikel 19, lid 3 W.R.O.". De notitie is bij de raadsstukken ter inzage gelegd. 4. Subsidieaanvraag maatschappelijk werk voor doven over 1988. Het maatschappelijk werk voor doven is in het verleden uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor Doven. Dit zou in 1988 overgedragen worden aan de landelijke stichting Maatschappe lijke Dienstverlening aan Doven. Dit is pas per 1 januari 1989 gebeurd en men vraagt nu met terugwerkende kracht nog subsidie aan over 1988. Wij hebben de subsidieaanvraag afgewezen omdat hier op de begroting 1988 geen geld voor was uitgetrokken en het betreffende dienstjaar inmiddels is afgesloten. Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop. 0061V 54

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1989 | | pagina 19