12. Voorstel tot het intrekken van een
GEMEENTE BOARNSTERHIM
him.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 3 mei 1989.
In uw vergadering van 18 november 1986 (nr. 16) heeft uw raad de
Woonschepenverordening Boarnsterhim vastgesteld.
De voor woonschepen bestemde ligoevers zijn opgesomd in artikel 4
van die verordening. Deze oevers zijn opgenomen nadat een
inventarisatie van permanent bewoonde woonschepen is uitgevoerd.
Een van de ligoevers betreft een perceel dat in de verordening als
volgt is aangeduid:
"de insteek op de grens van het perceel/ kadastraal bekend gemeente
Warrega, sectie C, nr. 171, plaatselijk bekend Midsbuorren A/b
Warten"
De eigenaren van de gronden bij deze ligoever, via welke de woonboot
wordt ontsloten, hebben echter uitdrukkelijk bezwaar tegen de aan
wezigheid van een woonboot ter plekke. Dit heeft er toe geleid dat
de woonboot inmiddels op privaatrechtelijke gronden is verwijderd.
Ook is door de eigenaren bezwaar aangetekend tegen de door ons
college verleende verguxming om ter plekke een woonboot ligplaats te
doen hebben. Waar deze verguxming rechtens was verleend, hebben wij
het bezwaarschrift ongegrond verklaard, doch toegezegd dat wij uw
raad zouden voorstellen de betreffende ligoever op grond van de
Woonschepenverordening in te trekken.
Gezien het bovenstaande stellen wij u dan ook voor de Woonschepen
verordening Boarnsterhim te wijzigen, in die zin dat de genoemde
ligoever hieruit wordt geschrapt. Eén en ander conform het voor u
bij de raadsstukken ter inzage liggende concept-besluit.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0061V