-3- Er zijn twee motieven om niet mee te werken aan het verzoek van Chevron-Texaco a. het is niet aangetoond dat er geen sprake is van een oorzakelijk verband tussen gaswinning en bodemdaling in de gemeente Boarnsterhim; b. het ontbreken van een schadevergoedingsregeling die zou moeten gelden als blijkt dat het voornoemd oorzakelijk verband wel bestaat. Blijkens de brief van 7 maart bestaat er verschil van mening over de aanwezigheid van een winbare hoeveelhei gas in de in het geding zijnde lokatie. Chevron-Texaco veronderstelt deze aanwezigheid en vreest dat, bij het uitblijven van winningsactiviteiten hunnersijds, het gas zal wegstromen naar de boorput van Petroland. Petroland daar entegen betwijfelt de aanwezigheid van een winbare hoeveelheid gas. Hier ligt dus een strijdpunt. Uit het eerder geciteerde K.B. Terschelling blijkt dat zelfs de aanwezigheid van een zeer hoge natuurwetenschappelijke waarden geen beletsel mag vormen voor de uitvoering van exploratieboringen. Dit valt waarschijnlijk te verklaren uit het feit dat exploratieboringen slechts een van beperkte duur zijn. Tevens zijn deze boringen niet gericht op het winnen van gas, maar op het onderzoeken van de aanwezigheid van gas. Nu er tussen Chevron-Texaco en Petroland kennelijk verschil van mening bestaat over de vraag of de concessie een winbare hoeveelheid gas bevat, ware het wenselijk Chevron-Texaco de gelegenheid te bieden om een exploratieboring te plegen zodat hierover duidelijkheid kan ontstaan. Mocht de stelling van Petroland door het resultaat van deze boring worden bewaarheid, dan is het probleem ondervangen omdat Chevron- Texaco dan geen aanleiding zal vinden om de winningsactiviteiten in gang te zetten. Indien daarentegen er wel sprake blijkt van een winbare hoeveelheid gas, zal op basis van de dan heersende omstandigheden moeten worden beoordeeld of winning van het gas geoorloofd is. Het belangrijkste gevolg van vorenstaande optie is het feit dat er tijd wordt gewonnen. Tijd die kan worden besteed om de gevraagde schadevergoedingsregeling van de provincie alsnog op tafel te krijgen en/of om nader onderzoek te (laten) plegen naar de gevolgen van gaswinning op de bodem van Boarnsterhim. Onlangs heeft de voorzitter van ons college, aangaande de onderhavige problematiek een gesprek gehad met de algemeen directeur van Chevron-Texaco. Tijdens dit gesprek is, onder meer, een mogelijke verplaatsing van de boorlokatie naar een gebied ten noorden van de Rjochte Grou aan de orde geweest. Een dergelijke verplaatsing zou, in beginsel voor de gemeente een aantal (financiële) voordelen kunnen inhouden. 0064V 113

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1989 | | pagina 105