- 2 -
4Analyse van het financieel beleid.
Geconstateerd moet worden, dat ondanks onze inspanningen de
gemeente Boarnsterhim nog niet uit het financiële moeras is. Dit
heeft ons inziens te maken met een viertal factoren:
a. een aantal voorgenomen bezuinigingen bleek achteraf niet te
realiseren, althans niet onder de daarbij gestelde randvoor
waarden.
Wij zijn te optimistisch geweest, hebben de mogelijkheden
niet geheel juist of zelfs geheel onjuist ingeschat. Wij
willen dit niet ontkennen. Toch willen wij erop wijzen dat
het hier een relatief gering aantal maatregelen betreft.
M.a.w. het merendeel van de bezuinigingen is wel gehaald;
b. een aantal voorgenomen bezuinigingen is nog niet gereali
seerd, maar zal naar onze stellige verwachting nog wel
worden gerealiseerd.
Wij hebben meer tijd nodig. De maatregelen zijn als inciden
tele tegenvaller geboekt. Er zijn geen structurele conse
quenties;
c. er is een aantal forse tegenvallers in de inkomsten. Bij
Londo gaat het om niet gereserveerde inkomsten zodat elke
tegenvaller daarin direct doorwerkt in de begroting. In het
verleden hadden wij de ten opzichte van het nog verdere
verleden fors meevallende onderwijsuitkeringen wellicht
moeten reserveren en niet moeten gebruiken voor het sluitend
maken van ook toen al tegenvallende primitieve begrotingen.
Nu er op deze uitkeringen steeds verder wordt bezuinigd
krijgen wij toch de rekening gepresenteerd. Overigens zijn
de tegenvallers in de inkomsten niet beinvloedbaar;
d. er is een aantal forse tegenvallers in de uitgaven. Deels
waren deze bij de behandeling van de begroting al zichtbaar.
Voor een ander deel betreft het nieuwe ontwikkelingen. Vrij
wel allemaal zijn ze onontkoombaar, althans vanuit een oog
punt van "bestaand beleid".
5. Beleid.
De hierboven beschreven ontwikkelingen en de financiële uitkom
sten van de voorjaarsnota 1989 geven ons aanleiding tot de vol
gende beleidsbepaling.
In de eerste plaats moet worden geconstateerd, dat mede gezien
het aantal reële wensen in de kolommen drie en vier van het
overzicht, de financiële ruimte zodanig beperkt is, dat van een
reëel sluitende begroting geen sprake meer is.
Er is een ombuigingsoperatie nodig in de orde van grootte van f
2,5 miljoen om enigszins "lucht" te krijgen. Het "voorjaars
bedrag" van f 451.275,valt daarbij in het niet.
Deze realiteit gebiedt ons tot een grondige heroverweging van
het gemeentelijk uitgavenpatroon.
Dit betekent een heroriëntatie op het totale gemeentelijk taken
pakket en een herijking van de manier waarop de taken worden
uitgevoerd.
Een herbezinning op de vraag: wat willen we binnen de bestaande
mogelijkheden zien te bereiken en hoe gaan we de gestelde doelen
realiseren.
7