GEMEENTE BOARNSTERHIM
22. Kennisgeving van een verzoek om
vrijstelling op grond van artikel
19 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening, i.c. het verzoek van de
familie Boersma te Warten om een
carport te mogen uitbreiden.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 16 juni 1989.
1. Aanleiding.
In februari 1988 bereikte ons het verzoek van de familie Boersma
te Warten om een carport te mogen vergroten. Aangezien dit
afwijkend van het bestemmingsplan was en wij deze ontwikkeling
niet wenselijk achtten, berichtten wij de familie Boersma dat
wij niet bereid waren aan het verzoek mee te werken. Inmiddels
loopt tegen deze beslissing een AROB-procedureTijdens deze
procedure kwamen wij echter tot de ontdekking dat het verzoek
van de familie Boersma ten onrechte niet ter kennis was gebracht
aan uw raad. Ingevolge artikel 19 lid 3 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening is dit een vereiste. Om deze vormfout te
herstellen, leggen wij u deze kwestie bij deze alsnog voor.
2. Het verzoek.
De familie Boersma heeft een verzoek ingediend om een carport op
het perceel Hoofdstraat 83 te Warten te mogen vergroten. Voor
het reeds bestaande bouwwerk werd eind 1983 een aanvraag
ingediend, waarop hiervoor een vergunning werd verleend. Thans
wordt een uitbreiding aangevraagd.
3. De beoordeling.
Wij zijn tot het oordeel gekomen dat het niet wenselijk is om
aan het verzoek van de familie Boersma tegemoet te komen. De
uitbreiding van de carport is gepland voor de in het
bestemmingsplan aangegeven rooilijn. Uit een oogpunt van het
behoud van het bebouwingsbeeld moet deze situering niet aan
vaardbaar worden geacht. Daarnaast is de uitbreiding deels
geprojecteerd op gronden met de bestemming "Bijzondere
bebouwing", welke zijn aangewezen voor bejaardenwoningen. Het is
om planologische redenen niet gewenst dat de uitbreiding van de
carport op deze gronden wordt gerealiseerd.
Wij stellen u voor met deze zienswijze in te stemmen.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0064V 12