- 17 - Noch afdelingsvergaderingen, noch openbare fractievergaderingen ter voorbereiding op dit besluit tot algehele verkoop, zijn gebruikt om de raadsleden van het ongelijk van haar zakelijke overwegingen te overtuigen. Uiteraard heeft deze constatering geen invloed gehad op de uit eindelijke besluitvorming, het is slechts een tekenend feitelijk gegeven. De raad besluit tot algehele verkoop van Yn'e Lij te, daar ze overtuigd is van de meerwaarde welke dit kan opleveren van het recreatieve product te Grou. Het is deze zakelijke afweging: blijven we veel gemeenschapsgeld, risicodragend, steken is een aan de gemeente gelieerde stichting (wetend dat er nog een rio lering moet worden aangelegd en wetend dat de schiphuizen - zijnde de kurk waarop het bedrijf jarenlang heeft gedreven - hoognodig aan ouderhoud toe zijn en wetend dat de huidige erf pacht minder bedraagt dan de daarvoor door de gemeente te be talen rente en wetend dat het beleidsplan van de Stichting vele open einden - zowel qua financiën als uiteindelijke invulling - kent) of verkopen we het recreatie-oord en wel onder dergelijke condi ties, waardoor het particulier initief die voorzieningen op peil houdt (of versterkt) welke wij nodig achten. Mocht een door de raad als noodzakelijk geachte voorziening als gevolg van de verkoop verdwijnen, dan zal dit in de prijs tot uiting moeten komen, waardoor de gemeente die voorzieningen elders kan opzetten en door derden laten uitvoeren. Het is aldus een keus met een louter zakelijk inhoudelijke belangenafweging, door een raad die het gemeenschapsbelang voor ogen dient te houden. Financiële belangen spelen slechts binnen dat kader een rol. De financiële positie van de gemeente is in deze van geen enkele invloed, daar een eventueel positief saldo voor het versterken van de recreatieve product Grou zullen worden aangewend. (In deze suggestie van het Stichtingsbestuur heeft de ratio waarschijnlijk part noch deel gehad! Jammer dat de pers klakkeloos met zo'n gegeven omgaat). Het college nodigt het Stichtingsbestuur uit ter bespreking van de strategie om het raadsbesluit ten uitvoer te brengen, name lijk het voorbereiden van de verkoop. Het bestuur schrijft 12 juli een brief aan het college met daar in meerdere misvattingen. Zo stelt het bestuur dat het geen invloed heeft kunnen uit oefenen sinds het college in mei een standpunt had ingenomen. Dat dit niet waar is, heb ik hiervoren reeds aangegeven. Het bestuur heeft, door in lijdzaamheid af te wachten, haar invloed zelf tot nul gereduceerd. Tevens stelt het bestuur in deze brief, dat alleen zij tot ver koop zou mogen overgaan. Ook dit is niet juist, daar verkoop een wijziging van de statuten vergt, hetgeen slechts door de raad kan worden uitgevoerd. 0070V

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1989 | | pagina 19