-5- A1 toetsende zijn wij na indringend beraad tot de overtuiging gekomen dat deze locatie minder geschikt moet worden geacht voor een grote zaalaccommodatie. De daarvan te verwachten extra parkeerdruk en de samenhangende uitbreiding van de horeca-druk in de dorpskom vinden wij, als uitkomst van onze afwegingen, niet aanvaardbaar. Bij ons beraad over de plannen hebben wij tevens betrokken de conclusie uit de recreatieve ontwikkelingsvisie Grou dat deze locatie ook voor minder geschikt moet worden gehouden voor een douche-/toiletaccommodatie. Zo'n voorziening moet in een directere relatie worden gebracht met de potentiële gebruikers (de recreanten). In de verdere toetsing van de plannen hebben wij, in het licht van het vorenstaande, heel nadrukkelijk gekozen voor het loskoppelen van de zalenproblematiek en de douche-/toiletaccommodatie van de verkoop van de voormalige jeugdherberg. In het vervolg komen wij hier nog op terug. Als gevolg van deze benaderingswijze zijn wij tot de conclusie gekomen dat op grond van de te verwachten verkeersaantrekkende werking en de uitstraling van de in dit complex te ondernemen activiteiten, alsook de omvang van enkele plannen, de met enkele van de ontwikkelde plannen beoogde verbetering van de kwaliteit van de bebouwde omgeving niet opweegt tegen de vermindering van de leefbaarheid en bewoonbaarheid in dit gedeelte van de bebouwde kom. Op basis hiervan is onze keuze niet gevallen op het oorspronkelijke plan van bouwbedrijf Dijkstra. Evenmin is de keuze gevallen op het in eerste instantie ingediende plan Douma De Haan. Tot dit stadium in het afwegingsproces zijn de gemaakte keuzes onderschreven door ons gehele college. Bij de keuze tussen de drie overblijvende plannen, dat zijn het alternatieve plan van Douma De Haan, het alternatieve plan van bouwbedrijf Dijkstra en het plan van zeilmakerij Dijkstra, is binnen ons college geen eenduidige keuze tot stand kunnen komen. Een meerderheid binnen ons college (de voorzitter en wethouder Bloem), komt tot de keuze voor het alternatieve plan Douma De Haan. Naar het oordeel van de meerderheid wordt bij dit plan de woonfunctie van de kom versterkt en wordt een wezenlijke bijdrage geleverd aan dorpsvernieuwing door de verbetering van de kwaliteit van de bebouwde omgeving. De meerderheid gaat daar bij vanuit dat in elk geval voor het recreatieseizoen 1990 de bestaande douche-/toiletaccommodatie blijft gehandhaafd. Dat geeft voldoende ruimte om een andere, betere locatie te vinden voor die voorziening. 0086V 63

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1990 | | pagina 73