GEMEENTE BOARNSTERHIM 6. Voorstel tot vaststelling van diverse wijzigingen van rechts positieregelingen ten behoeve van het personeel in dienst van de gemeente Boarnsterhim. Aan de gemeenteraad. Grou, 28 september 1990. Het in dienst nemen van niet-Nederlanders door de overheid was vroeger in de Grondwet (artikel 5 oud) en een op basis daarvan vast gestelde wet (van 4 juni 1958, stb. 46) geregeld. Na de herziening is de bepaling dat "geen vreemdeling tot een lands bediening benoembaar is dan volgens de bepalingen der wet" niet in de Grondwet teruggekeerd. Bovenvermelde wet ten aanzien van de benoembaarheid van vreemdelingen tot landsbedieningen is ingetrokken. Het Nederlanderschap is nu nog slechts een vereiste voorzover dat met zoveel woorden is geregeld, zoals artikel 67 van de Gemeentewet bijvoorbeeld doet voor de burgemeester. Mensen die de Nederlandse nationaliteit niet bezitten dienen over een geldige verblijfstitel te beschikken willen zij in overheids dienst werkzaam kunnen zijn. Dit houdt in dat in het Algemeen Ambte narenreglement een bepaling moet worden opgenomen op grond waarvan personen zonder geldige verblijfsvergunning (zie artikel 9 en 10 van de Vreemdelingenwet), casu quo met een verblijfsvergunning die het verrichten van arbeid in loondienst niet toestaat, niet voor een aanstelling in aanmerking komen. Voorgestelde wijziging voorziet hierin. Op grond van de Wet arbeid buitenlandse werknemers is voor het in dienst nemen van vreemdelingen op arbeidsovereenkomst een tewerk stellingsvergunning vereist. Dit hoeft dus niet nog eens in de arbeidsverordening te worden opgenomen. Anders ligt dit voor de ontslaggrond. Omdat de verordening uitgaat van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die van rechtswege teniet gaan als de overeen gekomen periode is verstreken, is hier niet een met artikel Hll AAR overeengekomen bepaling opgenomen. Omdat het verlies van een vergunning niet in alle gevallen defini tief zal zijn (betrokkene kan beroep instellen) wordt hier, net als in artikel Hll, niet gekozen voor een ontslag van rechtswege maar voor een discretionaire bevoegdheid tot het verlenen van ontslag. Het overleg met de centrales van overheidspersoneel (LOGA) heeft tot overeenstemming geleid, zodat plaatselijk overleg achterwege kan blijven. Wij stellen u voor het besluit tot wijziging vast te stellen zoals dat in concept bij de stukken ter inzage ligt. Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop. 0095V 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1990 | | pagina 36