GEMEENTE BOARNSTERHIM
14. Voorstel tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit als bedoeld
in artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening ten behoeve
van de aanleg van een sanerings-
haven met opstal gelegen aan de
Wergeasterfeart ten zuiden van
Wergea.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 28 september 1990.
In het kader van de lijnen die zijn uitgezet om het beleid ten
aanzien van de uitvoering van de Ligplaatsenverordening Friesland
handen en voeten te geven is er overleg geweest met een groep
watersporters (i.c. de zogenaamde plaatsgebonden vaartuigbezitters)
in de persoon van Vereniging Wargaaster Watersport, over de situatie
in en om Wergea ten aanzien van de ligplaatsen.
Uit dat overleg is naar voren gekomen dat de Vereniging Wargaaster
Watersport voorstander is van een saneringshaven, opdat de
gemeentelijke oevers vrij worden gemaakt ten behoeve van passanten.
In het licht van die stellingname hebben wij een aanvraag om
vergunning voor de aanleg van een saneringshaven met opstal
ontvangen van genoemde watersportvereniging.
De geplande locatie betreft een perceel aan de Wergeasterfeart ten
zuiden van Wergea ter hoogte van Narderbuorren.
Op het onderhavige perceel is van kracht de bestemmingsregeling van
het Uitbreidingsplan in hoofdzaak van de (voormalige) gemeente
Idaarderadeel. Dit plan geeft aan de betreffende grond de bestemming
"Agrarische doeleinden, gebied P" en "Agrarische doeleinden, gebied
Q". Uit hoofde daarvan is de grond bedoeld voor de uitoefening van
akkerbouw, veeteelt, tuinbouw of enig andere tak van bodemcultuur.
Realisatie van de gewenste saneringshaven aldaar is dan ook niet in
overeenstemming met het bestemmingsplan.
Wij zijn echter van mening dat de saneringshaven op de geplande
locatie, vanuit ruimtelijk oogpunt, goed inpasbaar is. Zo sluit de
voorziening goed aan op het dorp, hetgeen in verband met de
doelgroep, de plaatsgebonden vaartuigbezitters, valt toe te juichen.
Voorts is de saneringshaven goed bereikbaar via bestaande wegen.
Publicatie van het aanlegplan heeft reeds plaatsgevonden. De daarop
ontvangen bezwaarschriften houden wij voor ongegrond.
Dit alles afwegende en gelet op het belang van een goede uitvoering
van het ligplaatsenbeleid komen wij tot de conclusie dat wij mee
willen werken aan de ingediende aanvraag voor de saneringshaven.
Wij staan medewerking aan het onderhavige plan dan ook voor het
middels het volgen van de procedure op grond van artikel 19 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening.
0095V