GEMEENTE BOARNSTERHIM 20. Voorstel tot het toekennen van een schadevergoeding aan TjStel wagen's Automobielbedrijf B.V. te Grou. Aan de gemeenteraad. Grou, 9 november 1990. Op 20 maart 1990 is door uw raad de schadebeoordelingscommissie, inzake de beoordeling van de door TjStelwagen's Automobielbedrijf B.V. te Grou op 31 januari 1990 ingediende schadeclaim op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ingesteld. Deze commissie heeft op 11 juli 1990 aan uw raad haar advies uitgebracht. Bij de lijst van ingekomen stukken voor uw vergadering van 4 september 1990 hebben wij onder punt 31 voorgesteld de behandeling te laten plaats vinden in de november vergadering van 1990. De reden hiervan was gelegen in het feit, dat wij hadden besloten te onderzoeken of de voorgenomen status van de brug in de J.W. de Visserwei diende te worden heroverwogen. Uw raad heeft met dit voorstel ingestemd. Genoemd onderzoek heeft inmiddels plaats gevonden. Door stedebouw kundig bureau Hpart is, met betrekking tot deze aangelegenheid, een notitie vervaardigd. Van ambtelijke zijde is deze notitie aangevuld, onder meer met een beschouwing ten aanzien van de financiële conse quenties. In concreto zijn de beide verkeersoplossingen getoetst aan de volgende criteria: a. verkeersstructuur; b. verkeersveiligheid; c. milieu (energieverbruik); d. milieu (geluidbelasting); e. bereikbaarheid gemeentekantoor; f. planologie (toekomstige woonuitbreiding) g. planologie (toeristische ontwikkeling). De conclusie van deze toetsing is, dat het model met een brug geschikt voor personenautoverkeer, een lichte voorkeur heeft. In de vergadering van de vierde afdeling van uw raad, van 30 oktober jongstleden, is één en ander uitvoerig aan de orde geweest. Het is duidelijk geworden dat, alles overziende met uitzondering van het kostenaspect, ook de afdeling een duidelijke voorkeur heeft voor het geschikt maken van de brug voor personenautoverkeer. Op grond van deze voorkeur hebben wij de financiële consequenties van een dergelijk besluit onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt, dat het verschil in kosten tussen een stalen fiets- en voetgangersbrug en een stalen autobrug circa 450.000,(inclusief b.t.w. en dergelijke) bedraagt. Met in achtname van het feit dat in de oorspronkelijke begroting rekening is gehouden met een houten fietsbrug en het verschil tussen een houten en een stalen fiets brug op circa 600.000,is berekend, kunnen de ongedekte meerkosten derhalve oplopen tot circa 1,miljoen. Over de juiste cijfers zullen wij de raad nog nader informeren. 0097V

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1990 | | pagina 64