-2- Op grond van deze informatie zijn van van mening, dat het eerder genomen besluit tot het bouwen van een brug, louter bestemd voor fiets-voetgangersverkeerdient te worden gehandhaafd. Dit impliceert, dat de uitgangspunten, waarop het advies van de schadebeoordelingscommissie is gebaseerd, nog onverkort van kracht zijn. De inhoud van het advies is reeds onderwerp van gesprek geweest in onze vergadering van 7 augustus 1990. Wij zijn van mening, dat de commissie zich goed van haar taak heeft gekweten. Met de inhoud kunnen wij instemmen. Wij hebben de aanbeveling van de commissie, om de heer Stelwagen vóór de behandeling van het advies in uw raad in de gelegenheid te stellen te reageren, opgevolgd. De heer Stelwagen heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt en heeft in een brief, gedateerd 6 september 1990, zijn zienswijze kenbaar gemaakt. Op ons verzoek heeft de schadebeoordelingscommissie ons, ten aanzien van de inhoud van deze brief, nog van advies gediend. Wij zijn met de commissie van mening, dat er geen termen aanwezig zijn die nopen tot een bijstelling van het uitgebrachte advies. Het geheel overziende zijn wij van mening, dat de onderhavige zaak nu met de nodige voortvarendheid dient te worden afgewikkeld. Mede gelet op hetgeen hieromtrent is geregeld in de Procedureverordening Planschadevergoeding Boarnsterhim 1984, stellen wij uw raad voor te besluiten tot: a. het vaststellen van de door de schadebeoordelingscommissie becijferde schadevergoeding; b. het uitkeren van de schadevergoeding in geld, en wel vóór 1 januari 1991; c. het uit te keren bedrag ten laste te brengen van de exploitatie van het bedrijventerrein Biensma. Het concept-raadsbesluit ligt bij de overige relevante stukken op de gebruikelijke wijze ter inzage. Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop. 0097V 71

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1990 | | pagina 65