-2-
Overigens zijn er in 1990 68 woningen gereed gemeld en 4 woningen
afgebroken. Dat aantal is minder dan in voorgaande jaren. Toen was
steeds sprake van een woningproductie tussen de 80 en 120 woningen.
De beperkte en meer op de stedelijke kernen gerichte contingentering
is daar uiteraard niet vreemd aan. De totale woningvoorraad in
Boarnsterhim bedraagt thans 7.036 woningen.
De verkoop van industrieterreinen ontwikkelt zich gunstig. In 1990
is 2.5 ha verkocht tegen 1.5 ha in '89 en '88, de verkoop van nog
eens 1 ha is in de afwikkelingsfase. terwijl 1.1. ha in optie is
gegeven. Een samenhang met de verdubbeling van RW 32 waarvan de
kunstwerken in 1991 voltooid zullen worden ligt voor de hand. De
gemeente als vestigingsplaats voor werkgelegenheid wordt daardoor
meer aantrekkelijk en dat is mede van betekenis voor de
bevolkingsontwikkeling. Er is nu eenmaal verband tussen vestiging en
werk.
De werkgelegenheid geeft eveneens een gunstige lijn te zien. In 1989
was het gemiddelde werkloosheidspercentage rond 15%. Voor 1990 was
dat 13.2% Zowel bij de mannen als bij de vrouwen is die daling
zichtbaar. Bij de mannen van 11.5 naar 10.1%. bij de vrouwen van
25.4 naar 22.7%. In aantallen betekent dat dat op 1 januari 1990 820
personen bij het arbeidsbureau stonden ingeschreven, op 1 januari
1991 waren dat er 740.
De werkloosheid is een groot probleem in financieel opzicht maar
meer nog in menselijk opzicht. De mogelijkheden van de gemeente zijn
gering terwijl bovendien de arbeidsmarkt zich tot ver over de
gemeentegrenzen uitstrekt. Daarnaast laat het zich aanzien dat op de
arbeidsmarkt in Friesland altijd meer vraag dan aanbod zal zijn. Het
Regionaal Bureau voor de Arbeidsvoorziening dat op 1 januari
jongstleden van start is gegaan benadrukt meer dan voorheen dat
werkgevers, werknemers en overheid een gezamenlijke
verantwoordelijkheid hebben op het terrein van de arbeidsmarkt. Ik
hoop dat die gezamenlijke verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk een
meerwaarde zal betekenen.
In maart vorig jaar hebben we verkiezingen gehad. Anders dan in de
grote steden is bij ons sprake geweest van een redelijke opkomst,
tussen de 70 en 75%. Tot grote verschuivingen in uw raad hebben de
verkiezingen niet geleid. Mag men daar nu uit afleiden dat de
inwoners van deze gemeente wel tevreden zijn met het gevoerde en te
voeren beleid? Ik kan daar niet een antwoord in absolute zin op
geven. Met een zekere regelmaat hoort men kritische geluiden,
geluiden die dan in het bijzonder betrekking hebben op de uitvoering
van het beleid. In de fase van de beleidsvorming, toch de basis voor
de uitvoering laat men zich veel minder horen. Ook in het afgelopen
jaar is op de gemeente heel wat kritiek geweest. Zowel vanuit de
bevolking als vanuit de raad zijn die geluiden te horen geweest. Nu
denk ik dat kritiek genuanceerd moet worden beoordeeld. Het handelen
van een politiek lichaam als de gemeente zal steeds gericht zijn op
het vinden van een compromis. Niet ieder deelbelang, particulier of
politiek zal daardoor volledig tot zijn recht kunnen komen.