-4- De gemeente behartigt individuele en collectieve belangen. Het gemeentebestuur verleent enerzijds diensten anderzijds treedt het preventief en corrigerend op ten aanzien van de burger. Dat laatste zal niet direct als klantvriendelijk worden gevoeld maar wordt aanvaard als de burger vertrouwen heeft in de gemeentelijke democratie, het gemeentbestuur en de ambtelijke medewerkers. Daaraan ontbreekt het nog wel eens zoals ik hiervoor reeds aangaf maar het organisatieonderzoek is mede erop gericht om dat vertrouwen te herwinnen en te vergroten. Dat de organisatie in structuur en cultuur daarbij punt van discussie is spreekt voor zich. Op de nieuwjaarsbijeenkomst van het personeel op de eerste werkdag van dit jaar heb ik gezegd dat een visie voor deze gemeente met daarvan afgeleide doelstellingen naar verwachting voor de zomer gereed zal zijn zodat we de 2e helft van dit jaar aan de uitwerking kunnen beginnen. Ook uw raad zal meer bij het onderzoek worden betrokken zodat ook u makkelijker en meer signalen kunt geven over de koers die moet worden gegaan. In het begin van de 16e eeuw, dus bijna 500 jaren geleden schreef Erasmus, terugkijkend naar Nederland "welk een uitgestrektheid van malse weiden, hoeveel bevaarbare stromen. Nergens liggen op zulk een oppervlakte zoveel steden bijeen, niet groot maar voortreffelijk bestuurd. Hun zindelijkheid roemt iedereen." Al zult u in midden Friesland nog iets van dit beeld herkennen - de RW 32 verstoort helaas het beeld - veel is sindsdien veranderd ten aanzien van bestuur en burger. Het bestuur is voor een belangrijk deel afhankelijk geworden van het Rijk, financieel maar ook op het gebied van de ruimtelijke inrichting, de volkhuisvesting en de voorzieningen. De kleine kernen - de steden in de malse weiden van Erasmus - die de leefbaarheid van het platteland bepalen komen onder druk. De 4e nota over de Ruimtelijke Ordening is meer gericht op de stedelijke omgeving dan op het platteland. Wij zullen in deze gemeente alert moeten zijn en de krachten moeten bundelen. Ook dit jaar is via het kleine kernenbeleid en met inzet van veel particulier initiatief weer heel wat tot stand gebracht in de dorpen, dat heeft bijgedragen aan de kwaliteit van de leefomgeving in de dorpen. Het is goed te constateren dat de plaatselijke gemeenschappen tot heel veel in staat zijn en bereid zijn tot belangenloze inzet voor de leefbaarheid van hun dorp. Het gemeentebestuur waardeert die gemeenschapsmentaliteit in hoge mate en zal aan de uitvoering van allerlei plannen graag steun verlenen. Dat die steun, gelet op het grote aantal dorpen slechts beperkt kan zijn is duidelijk. Anders dan de Stichting Dorpshuizen Friesland bij de opening van het dorpshuis in Jirnsum meende is zulks dus niet een gebrek aan erkenning van en waardering voor de inspanning van de inwoners van Jirnsum of van de inzet van de Stichting DF. Maar een gulden kun je nu eenmaal maar een keer uitgeven en ieder dorp maakt aanspraak op die gulden. Overigens heb ik de indruk dat voor een klagende Stichting DF hetzelfde geldt als voor een klagende boer namelijk een grote mate van tevredenheid.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1991 | | pagina 42