GEMEENTE BOARNSTERHIM
17. Voorstel tot vaststelling van
wijziging van de verordening
W.W.V.-vervangende uitkering.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 8 februari 1991.
Door u is in uw vergadering van oktober 1987 de "Tijdelijke
verordening W.W.V.-vervangende uitkering" vastgesteld.
Deze tijdelijke regeling heeft ten doel de voor het
overheidspersoneel vervallen W.W.V.-aanspraken te compenseren op de
voet en krachtens de voorwaarden van de W.W.V.
Op grond van artikel 23, lid 2, zou deze verordening op 1 januari
1991 zijn vervallen. Dit hield verband met het toen nog bestaande
voornemen van het Kabinet om het overheidspersoneel per die datum
onder de werkingssfeer van de nieuwe Werkloosheidswet te brengen.
Aangezien 1 april 1991 is gekozen als het tijdstip waarop de huidige
afspraken met betrekking tot het arbeidsvoorwaardenpakket 1990
zullen aflopen, zal de werkingsduur van de T.v.W.W.V. tot genoemde
datum verlengd moeten worden.
Gezien het bovenstaande stellen wij u voor artikel 23, lid 2, van de
"Tijdelijke verordening W.W.V.-vervangende uitkering" in die zin te
wijzigen, dat voor 1 januari 1991 wordt gelezen, 1 april 1991.
Over deze aanbeveling is overleg met de centrales van
overheidspersoneel gevoerd. Plaatselijk overleg kan achterwege
blijven, indien u ons voorstel ongewijzigd overneemt.
Wij stellen u voor het besluit tot wijziging vast te stellen zoals
dat in concept bij de stukken ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0105V 43