2 -
De regelgeving geeft de ruimte voor de marktsector. Het R.B.A. is
namelijk bevoegd/ wanneer de situatie in een bepaalde regio hiertoe
aanleiding geeft/ de marktsector of een deel daarvan, in de regio
bij de J.W.G. te betrekken.
In het licht van het uitgangspunt additionaliteit is bepaald dat de
periode van plaatsing van de jongere ten hoogte 6 maanden of, bij
verlenging 1 jaar bedraagt. Mocht de deelnemer na de verlenging niet
uitstromen dan wordt herplaatsing op een andere werkplek aangeboden.
Dienstverband.
Jongeren in de zin der J.W.G. hebben recht op een dienstverband bij
de J.W.G.0. Deze is formeel werkgever en plaatst jongeren bij de
inleners
De arbeidsduur is 32 uur en beloning vindt plaats op het niveau van
het minimumloon. De J.W.G.0. gaat met de jongere een arbeidsovereen
komst aan als bedoeld in artikel 1637A van het Burgelijk Wetboek.
Het einde van de arbeidsovereenkomst wordt bepaald op het tijdstip
dat de jongere niet langer jongere is in de zin der J.W.G. (kan in
principe tot 27 jaar).
Scholing.
Naast de werkervaring dient het element scholing bijzondere aandacht
te krijgen, hoewel scholing niet verplicht is. Scholing zal de door
stromingskansen van de deelnemer naar een reguliere baan vergroten.
De J.W.G.0. dient zoveel mogelijk te bevorderen dat jongeren deel
nemen aan vormen van scholing.
Tevens bevordert de J.W.G.0. de totstandkoming van samenwerkings-
afspraken met organisaties en instellingen die zich bezighouden met
coördinatie of uitvoering van scholing of beroepsgericht onderwijs
of bevordering van het leerlingwezen.
Samenwerkinasafspraak Arbeidsvoorziening.
In het kader van het activerend arbeidsmarktbeleid voor jongere is
de J.W.G.0. verplicht een samenwerkingsovereenkomst te sluiten met
het R.B.A.
In deze samenwerkingsovereenkomst dienen onder andere geregeld te
worden, wederzijdse informatieverstrekking, manier van verwijzen
naar elkaar, beschikbaarstelling arbeidsvoorzieningsinsturmenten,
netwerkvoorziening, criteria verlenging zoektijd, instroom en
uitstroom jongeren.
Bezwaar en beroep.
Wanneer een persoon meent ten onrechte niet een dienstbetrekking
door de J.W.G.0. is aangeboden, kan de jongere ter zake schrifte
lijke voorziening vragen bij burgemeester en wethouders van zijn
woonplaats.
In verband met samenwerkende gemeenten, zoals bij de gemeenten
aangesloten bij de Stichting Perspectief, is steeds per geval
slechts één college bevoegd.
Voordat burgemeester en wethouders beslissen, wordt de aanvrager of
diens gemachtigde, alsmede de J.W.G.0. in de gelegenheid gesteld
zich te doen horen. Het college kan het horen overlaten aan een
commissie (bijvoorbeeld AROB-commissie)
0125V 34