- 19 - Het is goed dat mensen van vandaag kunnen beseffen hoe hun voor vaderen hebben gewerkt, gewoond en geleefd. Welke invloed de na tuur op de levensomstandigheden van de mensen in die tijd heeft gehad. Het is een voorrecht het historisch besef nog eens te scherpen door over al deze zaken niet alleen te lezen, maar vooral ook door zelf al dat schoons in de werkelijke zin van het woord, waar te nemen. Zo heb ik met groot genoegen kennis genomen van het feit dat de raad in het verleden heeft meegewerkt aan de aanwijzing tot be schermd dorpsgebied van Aldeboarn, Poppenwier, Wergea en Grou. Tijdens een (hernieuwd) bezoek dat mijn vrouw en ik in augustus (nog wat anoniem) aan de dorpen brachten, werd nog eens weer dui delijk dat begrippen als karakter, gaafheid en schoonheid niet uitsluitend zijn bedoeld om te dienen als versiersels voor een plechtige nota, nee het is een heel juiste benaming voor wat fei telijk kan worden waargenomen (ik denk bijvoorbeeld aan het mooie oude pandje van 1663 aan de Gele Eker in Wergea; St. Piter van plm. 1125 in Grou; het mooie kerkje in Tersoal; de kerk van Dearsum van plm. 1150). (Onlangs las ik in de krant dat een oude greid-boerderij in Warten behouden kan blijven; een verheugend bericht!) Het uit een oogpunt van historie belangwekkende van een gemeente kan echter niet uitsluitend worden afgemeten aan de monumentale bouwwerken. Het is een samenspel der dingen die een gemeente, ook in historisch opzicht, maakt tot wat zij is. In dat opzicht vormen de landerijen, de sloten, poelen en meren tezamen met de vaak zeer mooie boerderijen, met in de verte een kerktoren, een uitzonderlijk mooi geheel. Alhoewel in deze tijd beslissingen veelal lijken te zijn geba seerd op zakelijke, financiële en economische motieven, tot uiting komend in een ietwat kille, afstandelijke becijfering waar het vraagstuk van de rendementsbepaling overheersend is, heb ik in het verleden volgaarne meegewerkt aan besluiten die tot conservering van belangrijke historische gebouwen konden lei den. Het verheugt mij dat de gemeenteraad van onze gemeente heeft be wezen grote waarde toe te kennen aan al datgene wat onze kennis van het verleden kan verrijken. De minister van W.V.C. zou mijns inziens de consequenties moeten aanvaarden van haar aanwijzing van de 122 objecten in onze dor pen tot rijksmonument en daadwerkelijk en structureel meer gel den voor restauratie moeten vrijmaken! Dames en heren, wanneer ik mijn betoog afrond, mag het duidelijk zijn dat de onderwerpen waarover ik enige opmerkingen heb ge maakt een algemene strekking hebben. Ik realiseer mij dat de raad de komende jaren belangrijke keuzes zal moeten maken, stra tegische keuzes ook, die de toekomst van de gemeente en de gemeentenaren wezenlijk raken; ik heb het vertrouwen dat de be reidheid daartoe bij u bestaat. N0T1DEC.1/RAAD/19

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1993 | | pagina 29