bij aanbouw ten behoeve van de uitbreiding aan het bestaande gebouw zijn de investeringskosten relatief lager. De nadelen zijn de lokatie is niet voor alle inwoners van de gemeente even goed bereikbaar; de buitenspeelplaats wordt kleiner. Wij zijn van mening dat de nadelen niet opwegen tegen de voordelen. Op grond van bovenstaande argumenten kunnen wij ons vinden in de locatie-keuze van de stichting. 3.2 Financiering Het streven is om eind 1993 36 kindplaatsen te hebben gerealiseerd, hiervoor is ook rijksbijdrage aangevraagd. Deze 36 plaatsen leveren een exploitatiesubsidie op van het ministerie en van de gemeente. Over de jaren 1991 en 1992 is een gedeelte van deze exploitatiesubsi dies bij de gemeente in reserve gehouden omdat nog niet duidelijk was hoeveel plaatsen er werkelijk gerealiseerd kunnen worden. Bovendien heeft de stichting zelf nog een bedrag op deposito vastgezet. Deze reserve kan worden aangewend om de uitbreiding te financieren, waarvan de kosten worden begroot op een bedrag van f 153.000,00 (of ferte 1992). Ook zijn berekeningen gemaakt waarbij niet 36 maar 34 of 32 kindplaatsen worden gerealiseerd per 31 december 1993. Zelfs dan is er nog een batig saldo waaruit eventuele exploitatietekorten ge deeltelijk gedekt kunnen worden voor 1994 en volgende jaren. Voor de financiële overzichten verwijzen wij u naar de overzichten bij het meerjarenplan. Uitgangspunt bij de gemaakte berekeningen is wel dat er wordt uitge gaan van een tenminste gelijkblijvende gemeentelijke bijdrage en de veronderstelling dat de stimuleringsbijdrage van het rijk tenminste op het zelfde niveau wordt gehandhaafd in de jaren na 1993. Inmiddels is duidelijk geworden dat het kabinet heeft besloten: de middelen voor kinderopvang tot en met 1997 beschikbaar te houden en ze naar het gemeentefonds te decentraliseren; dat de nieuwe stimuleringsperiode gebruikt wordt voor extra groei van de bedrijfsplaatsen; dat de gemeenten een centraal meldpunt op W.G.R-niveau moeten inrichten; dat men wil bezien of de premie aan de werkgevers kan worden verhoogd; dat men de ouderbijdragen in de W.V.C-adviestabel wil verhogen. In een project van het bestuursplan zal aan de werving van bedrijfs- plaatsen, in samenwerking met de stichting, extra aandacht worden besteed. Voor 1992 is de berekende gemeentelijke bijdrage nog niet definitief omdat de salarisontwikkelingen pas kunnen worden berekend aan de hand van de jaarrekening 1992 en de definitieve salarissen. Op basis van bovenstaande gegevens en het beleidsplan van de stich ting vinden wij het verantwoord om een uitbreiding van de accommoda tie in Grou te realiseren. ADVSUITB.RK0/RAAD/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1993 | | pagina 31