- 5 - In het kader van dit voorstel is het niet van belang om een keu ze te maken tussen vaarroute langs de oost- of westkant van Wergea of door het dorp zelf. Van belang is dat door een aqua duct het aantal vaarbewegingen in en bij Wergea zal toenemen met alle kansen daarvan voor het dorp zelf. In de Schets wordt steeds gesproken over de vaarverbinding Grou- Leeuwarden. Wij willen hierbij echter benadrukken dat door een aquaduct in het Langdeel er een langere obstakelvrije route ont staat, namelijk die van Akkrum tot Leeuwarden. Door ook de aan leg van een aquaduct bij Akkrum wordt het aantrekkelijk om ko mend van de richting Aldeboam of de richting Sneekermeer via Akkrum en de om te leggen Boome en de Nesser Zijlroede te kie zen voor de vaarroute die via Grou en Wergea door onze gemeente loopt. Er kan met andere woorden een zeer belangrijke en perspec tiefrijke toeristische vaarroute in de zuid/noord richting van onze gemeente ontstaan. Het verleggen van het tracé van het Prinses Margrietkanaal. Een verandering van het tracé van dit kanaal is niet nieuw. In de bestuurlijke overwegingen van ons college van enige jaren geleden inzake De Burd is dit al aan de orde geweest. Onlangs heeft het Buro Grontmij in het kader van de inspraak op de Schets Blauwe Zóne een plan gepresenteerd waarin een drietal aspecten een rol spelen. Deze zijn: een verlegging van het tracé van het Prinses Margrietkanaal, de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk bij Grou en een aftakking van dit kanaal naar Drachten. In het voorstel van de Grontmij wordt het kanaal bij de Ren- gerspóle afgebogen van het huidige tracé en via de Graft geleid naar de Sitebuurster Ee. Vervolgens loopt het voorgestelde tra cé door de Suderburd, een klein gedeelte van de Wijde Ee en dan door het gebied Goattum vlak ten noorden van de Nauwe en Wijde Deel, uitmondend in het aquaduct bij Grou. Volgens de Grontmij zou in het dan ontstane eiland Goattum de toekomstige woonuitbreiding voor Grou gepland kunnen worden. Een gedeeltelijke financiering van het verleggen van kanaal zou uit de exploitatie van dit gebied gehaald moeten worden. Wij hebben in ons college enige kanttekenigen bij dit plan ge maakt. De doorkruising van de oostkant van de Suderburd is niet overeenkomstig de gedachtegang van de Ontwikkelingsvisie De Burd. In deze visie moet de Suderburd een natuur- annex recre atiefunctie krijgen ten behoeve waarvan 60 hectare water aange legd moet worden. Door het voorgestelde tracé wordt de tweede fase van de ontwikkeling in de Suderburd, namelijk de aanleg van circa 40 hectare, welhaast onmogelijk. Doordat in het plan van de Grontmij een gedeeltelijke financie ring van het nieuwe tracé moet plaatsvinden uit de exploitatie van de voorgestelde nieuwe woonwijk, is het nodig dat deze woon wijk in een snel tempo moet worden ontwikkeld. De bestaande in frastructuur in Grou is hier niet op berekend en het zou in onze visie leiden tot een maatschappelijke ontwrichting in het dorp. Een kalme gefaseerde exploitatie zou hier beter op zijn plaats zijn. Het plan van de Grontmij is echter door Gedeputeerde Staten wel aan ons voorgelegd als zijnde een mogelijke optie voor een tra cé-keuze Wij hebben Gedeputeerde Staten al in het kader van hun project voorstel op de hoogte gesteld van onze bedenkingen. RAVRBL.Z0N/RAAD/5

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1993 | | pagina 32