GEMEENTE BOARNSTERHIM
Portefeuillehouder:
wethouder A. Nieuwdam.
1. Voorstel betreffende het
beschikbaar stellen van
aanvullende geldmiddelen
voor baggerwerken in het
Pikmeer.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 13 augustus 1993.
In de vergadering van uw raad van 15 juni 1993 is een krediet van
f 50.000,00 beschikbaar gesteld ten behoeve van het verwijderen van
verontreinigd baggerslib uit het Pikmeer, afkomstig uit de Groundaam.
Dit bedrag was noodzakelijk om uitvoering te kunnen geven aan de
eerst dringende werkzaamheden, voortvloeiende uit de door het Water
schap Friesland opgelegde verplichting om genoemd slib voor 1 augus
tus 1993 te hebben verwijderd. In verband met het feit dat deze datum
absoluut niet haalbaar bleek, heeft genoemd waterschap uitstel van de
opleverdatum verleend tot 10 september 1993.
Inmiddels is er meer duidelijkheid ten aanzien van de vraag hoe gebag
gerd dient te worden en wat er verder met het verontreinigd slib
dient te gebeuren. Het gaat, in concreto, naar schatting om 800 ton
slib/watermengsel. Teneinde te voorkomen dat bij het baggerproces
verontreiniging van de rest van de waterbodem van het Pikmeer op
treedt, dient een zogenaamd slibscherm te worden toegepast. Conform
de daartoe geldende richtlijnen is het slib aangeboden aan de NV Ser
vice Centrum Grondreiniging (SCG) te Utrecht. Deze instantie heeft
inmiddels laten weten dat, op grond van de analyseresultaten van de
natte slibmonstersis gebleken dat niet tot reiniging kan worden
overgegaan. Er blijft echter een kans dat na bemonstering van het
ingedroogde slib blijkt dat er alsnog gereinigd kan worden. De NV SCG
acht deze kans dermate gering dat het hieruit voortvloeiende (hogere
kosten)scenario niet in de verdere overwegingen is betrokken.
De verdere gang van zaken is dan als volgt.
Nadat het slib/watermengsel is aangeleverd aan de Tijdelijke Opslag
Plaats (TOP) te Leeuwarden volgt een indrogingsproces van circa 4
maanden. Het ingedroogde slib dient vervolgens te worden overgebracht
naar een daartoe aangewezen stortplaats. In het onderhavige geval is
de meest doelmatige oplossing gelegen in afvoer naar de stortplaats
Schenkenschans te Leeuwarden.
Van de totale operatie is een zo goed mogelijke kostenraming gemaakt.
Een nauwkeurige begroting is helaas niet mogelijk omdat niet exact
kan worden nagegaan welke hoeveelheid slib/watermengsel dient te wor
den afgevoerd. Deze hoeveelheid is dan ook verrekenbaar. Ook de
bemonsterings- en analysekosten zijn vooraf niet exact te bepalen.
Genoemde kostenraming, die uitkomt op een totaalbedrag van
f 170.000,00 ligt bij de stukken ter inzage.
JJGR0UND.VST/R0/1