Artikel 2.
1. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot het doen begra
ven van stoffelijke overschotten en bijzetten van asbussen in
eigen graven voor de tijd van 20 jaren bedraagt het recht:
a. voor een graf f 885,00;
b. voor een kindergraf f 442,50;
c. voor een urnengraf f 442,50.
2. Bij verlenging van het uitsluitend recht tot begraven of bijzet
ten van een asbus voor een aansluitend tijdvak van 10 jaren
wordt een recht geheven van f 531,00.
Artikel 3.
1. Voor het stichten van een grafkelder in een eigen graf bedraagt
het recht voor elke grafruimte, welke door de kelder wordt inge
nomen f 312,00.
2. Voor het stichten van een asbuskelder in een eigen graf bedraagt
het recht f 156,00.
3. Voor het plaatsen van een gedenkteken op een graf wordt een
recht geheven van 5 van de kosten van het gedenkteken met een
minimum van f 200,00.
Artikel 4.
1. Voor het opgraven van een lijk, niet door het openbaar gezag
bevolen en voor het begraven en overplaatsen van een lijk uit
het ene graf naar het andere graf op dezelfde begraafplaats,
wordt eenzelfde recht geheven als genoemd in artikel 1.
2. Indien een graf geruimd wordt op dezelfde dag, waarop in hetzelf
de graf een begraving plaatsvindt ten behoeve van dezelfde belas
tingplichtige, wordt voor het openen en sluiten van het graf
eenmaal een recht geheven.
Artikel 5.
Voor het gebruik van materialen en gereedschappen, waaronder een be-
graaftoestel, wordt een recht geheven van f 39,00.
Artikel 6.
1. Van gemeentewege wordt uitsluitend voorzien in het onderhoud van
graven en/of grafmonumenten voorzover dat onderhoud reeds is
aangegaan op basis van verplichtingen ontstaan uit eerdere Ver
ordeningen op begraafplaatsen enz.", laatstelijk de verordening
vastgesteld bij raadsbesluit van 20 mei 1986, nummer 16.
2. Voor het van gemeentewege onderhouden van gedenktekenen wordt,
hetzij een recht geheven:
a. voor gedenktekenen met een oppervlakte van minder dan 1 m2
van f 59,00 per jaar;
RV0.090/VO/6